De laatste tijd loopt de prijs voor energie razendsnel tot grote hoogte op. Menig gezin zit hierdoor al in grote financiële problemen of komt in nog grotere problemen terecht. Er zijn al reeksen van goedbedoelde ‘oplossingen’ langsgekomen. Algemene eendimensionale maatregelen als een subsidie op gas en elektriciteit of het afschaffen of verlagen van de BTW op energie lijken aardig maar zijn, bezien vanuit de armoedeproblematiek, niet selectief genoeg.
Fundamentele beperking van de vraag blijft uit
Essentieel in de huidige situatie is zowel voor de korte als langere termijn een fundamentele, structurele en permanente daling van de vraag naar energie. Nederland kan onmogelijk blijven voldoen aan de “u vraagt, wij draaien” benadering. Er zijn grenzen aan de mogelijkheden.
De verantwoordelijkheid voor en de uitvoering van maatregelen om het klimaat te beschermen, de energievraag terug te dringen en minder grondstoffen te gebruiken, heeft de regering helaas jarenlang voor zich uitgeschoven en feitelijk neergelegd bij “de markt”.
Het bedrijfsleven heeft zijn eigen zorgen en belangen
Alsof “de markt” – in wezen het bedrijfsleven – zich op voorhand rekening houdt met en zich iets gelegen laat liggen aan de sociaal maatschappelijke problemen en effecten van zijn handelen. Steeds was het de overheid die met wetgeving de vervuiling van lucht en water door ‘de markt’ een halt moest toeroepen. Ook tegen de vervuiling van de bodem en grondwater door de stort van reststoffen en afvallen moest de rijksoverheid tegen het bedrijfsleven in het geweer komen.
Het is voorspelbaar: het bedrijfsleven heeft als belangrijkste doel, zijn voortbestaan op langere termijn veilig te stellen. Daardoor wordt het maken van winst, liefst zo veel mogelijk, vooral om de aandeelhouders tevreden te houden, het belangrijkste in het bedrijfsbeleid. De consequenties van dat beleid men de daarop gebaseerde bedrijfsvoering voor mens, natuur, leefomgeving en klimaat zijn daaraan ondergeschikt. Voor het herstel van de vaak desastreuze gevolgen laat dat bedrijfsleven met volle overtuiging en graag de overheid, dus uiteindelijk de burger opdraaien.
Niet de vervuiler maar de kleinverbruiker betaalt de rekening
Erger nog; de overheid heeft met haar beleid het ‘de markt’ in al die jaren erg makkelijk gemaakt om verspillend en weinig zorgvuldig om te gaan met grondstoffen en energie.
Zo heft de overheid een Regulerende Energie Belasting en een Opslag Duurzame Energie over de gebruikte elektriciteit en die is voor bedrijven, de grootverbruikers, tot 98% lager dan voor huishoudens en kleinverbruikers (€ 0,00129 per kWh voor bedrijven tegen € 0,08142 per kWh voor huishoudens). Voor gas is het iets minder dramatisch. Daarvoor betalen grootverbruikers slechts tot 91,8 % minder aan heffingen/BTW per m3 aardgas dan huishoudens/kleinverbruikers. (€ 0,04426 per m3 voor bedrijven tegen € 0,54416 per m3 voor huishoudens).
Prijs als stimulans om vraag te reduceren ontbreekt.
De energieheffingen zijn voor grootverbruikers in het totale kostenpakket verwaarloosbaar. Energie is nu geen kostenpost van doorslaggevende betekenis en zolang winstmaximalisatie leidend is, is natuurlijk direct duidelijk waarom bedrijven/ondernemers niet op grote schaal investeren in isoleren, zuiniger machines en het opwekken van duurzame energie op de daken van hun bedrijfspanden. Er is voor hen nauwelijks voordeel te behalen omdat het rendement van de investering, lees de besparing op energiekosten, in hun benadering veel te laag is.
Tel daarbij op de opvatting dat de terugverdientijd van een investering maximaal enkele jaren mag zijn en je weet dat je, als het om klimaatmaat beschermende maatregelen gaat, zonder forse prijsprikkel of strikte en verplichtende regelgeving, van het bedrijfsleven als geheel weinig tot niets hoeft te verwachten.
Daar komt nog bij dat veel producten en diensten, ’aantrekkelijk geprijsd’, dankzij de lage heffingen op energie, door het bedrijfsleven worden geëxporteerd. Omdat de inkomsten uit de REB, ODE heffingen voor bedrijven onevenredig laag zijn ten opzichte van de bedragen die de burger in rekening worden gebracht is het de Nederlandse burger die dus in feite de buitenlandse consument ‘subsidieert’.
Verkeerd signaal aan grootverbruikers
Erger nog: door de huidige regelgeving maak je het voor zeer energie-intensieve bedrijven en activiteiten zoals bijvoorbeeld datacenters wel heel erg aantrekkelijk om zich hier te vestigen. Nederland spant zich weliswaar in om het op grote schaal opwekken van duurzame energie met subsidies en regelingen aantrekkelijk te maken. Veel grote buitenlandse bedrijven spinnen daar trouwens ook grote klossen garen bij. En juist dankzij die inspanningen van de overheid kunnen nieuwe grootverbruikers, die rechtstreeks zakendoen met die energieproducenten, claimen dat hun nieuwe vestiging grotendeels draait op “groene energie”.
Deze gang van zaken heeft tegelijkertijd tot gevolg dat de overheid hierdoor de Nederlandse burgers opzadelt met de financieel-economische, sociaal-maatschappelijke en landschappelijke offers en kosten. Huishoudens en de kleine bedrijfsmatige gebruikers vissen achter het net, als het gaat om de koop van duurzaam opgewekte energie.
‘De vervuiler betaalt’ gaat nog steeds niet op
Als je steeds meer energieverslindende grootverbruikers aantrekt door energieheffingen voor grootverbruikers onevenredig en dus belachelijk laag te houden, ga je de doelstellingen die je als land in internationaal verband hebt afgesproken natuurlijk nooit halen.
De oliecrisis liet eerder al de risico’s en de economische effecten zien wanneer je als land voor je energievoorziening veel te afhankelijk bent van monopolistische energiekartels. De leveringen werden beperkt en de prijzen rezen de pan uit. Afhankelijkheid van buitenlandse mogendheden is nog erger zo toont de huidige situatie met Rusland aan. Die zullen niet aarzelen om ook in de toekomst de levering van energie als druk- en chantagemiddel in te zetten om hun doelen te bereiken. Zo gaan buitenlandse mogendheden direct of indirect, aangemoedigd door de angst van de regering voor de prijseffecten bij een boycot van energieleveringen, ons eigen beleid en binnenlandse beslissingen beïnvloeden. Dat risico bestaat niet alleen voor de bekende leveranciers van olie en aardgas maar straks ook voor sommige landen waar men in zonovergoten gebieden op grote schaal waterstof wil gaan produceren.
Het beleid is er zogenaamd op gericht om altijd over goedkope energie te kunnen beschikken. Dan is het wel opvallend dat van de €0,80 tot €2,79 die je voor een m3 aardgas betaalt, €0,54 bestaat uit heffingen belasting. Dat is omgerekend 67,5 % tot nog altijd 19,3 % van de prijs!
Een ding is zeker; de goedkoopste energie is de energie die je niet gebruikt en dus niet hoeft te kopen of te produceren. Dat benadrukt opnieuw het belang van vergaande en goede isolatie.
Drastisch beperken van de vraag naar energie via meer staffels in ODE en REB
Om minder afhankelijk te worden van externe energieleveranciers moet de vraag naar energie heel snel drastisch worden beperkt. Omdat iedereen daar zijn steentje aan moet bijdragen moeten alle beschikbare instrumenten op het gebied van regelgeving en financiële prikkels worden ingezet. Uitgangspunt daarbij moet zijn dat iedereen, huishoudens, ondernemers, organisaties en grootverbruikers, direct het (financiële) voordeel voelt wanneer minder energie wordt verbruikt. Dat is redelijk eenvoudig te realiseren door het aantal staffels, waarop de prijs voor de REB- en ODE-heffing is gebaseerd direct fors uit te breiden. En natuurlijk moet ook de hoogte van de heffingen voor partijen die veel meer gas en elektriciteit dan het gemiddelde huishouden gebruiken, meteen flink naar boven worden bijgesteld. Want ook zij kunnen bij beslissingen over voorkomen van energiegebruik intern wel een financiële stimulans gebruiken.
Uit wat rekenwerk (** zie bijlage) blijkt dat het al interessant is om de staffel voor huishoudens bijvoorbeeld per 300 m3 met bijvoorbeeld €0,03 en van 5.000 tot 10.000 m3 per 500 m3 gas te laten oplopen. Ook bij kleinere besparingen door maatregelen en/of gedrag kan men dan makkelijker in een staffel met een lagere prijs terecht komen.
Direct financieel voordeel bij lager energieverbruik
Zonder de burger, en zeker die met een kleinere beurs of minimale financiële bewegingsruimte, verder op kosten te jagen is het mogelijk energiearmoede tegen te gaan en de Nederlanders via financiële prikkels te stimuleren zijn energieverbruik structureel te verlagen en direct de energiebelasting voor kleinverbruikers te verlagen.
Het is een stimulans voor de meeste gebruikers wanneer het besparen van energie extra direct financieel voordeel oplevert en ook meteen zichtbaar is welk bedrag aan heffingen vervalt. Het is voor iedereen aantrekkelijk als men al met eenvoudige besparende maatregelen of simpele aanpassingen in gedrag direct in een staffel met een lager tarief terecht kan komen.
De huidige heffingen op gas bedragen bij een verbruik tot 170.000 m3 steeds €0,54 per m3.
Dat zet bij de Nederlander niet direct aan tot besparingen.
Het gemiddeld gasverbruik per woning bedraagt 1200 m3 per jaar. Nu loopt het gasverbruik per soort woning, grootte en bouwperiode sterk uiteen. Dat verbruik varieert van gemiddeld 800 tot 3000 m3 met binnen iedere categorie natuurlijk grote uitschieters naar boven en naar beneden. Dat wordt veroorzaakt door het aantal bewoners, de kamertemperatuur overdag en s nachts, het aantal verwarmde kamers, het gedrag en meer van dat soort factoren.
Feit is dat het gemiddelde gebruik van aardgas per woning nu al jaren langzaam maar zeker daalt. Dat is vooral een gevolg van de betere isolatie van nieuwbouwwoningen die daarmee het gemiddelde verbruik van alle woningen naar beneden brengt. Ook energiebesparende isolatiemaatregelen in de bestaande bouw verlagen het gemiddelde energiegebruik per woning.
Voor de oudere woningen waaraan geen optimale isolerende maatregelen zijn getroffen geldt natuurlijk dat het verbruik niet automatisch daalt maar hoog blijft door de koppeling aan de lage isolatie-eisen die golden bij de bouw.
Tegengaan energie armoede
Je bent een pechvogel als je een slecht geïsoleerde woning huurt waaraan de corporatie of eigenaar/belegger voorlopig geen echt effectieve energiebesparende maatregelen wil treffen.
Alleen een opgelegde systematische en planmatige aanpak om complexen huurwoningen (sociaal én vrije sector) de komende tien jaar verplicht nagenoeg tot passiefhuisniveau te isoleren lijkt daar verandering in te kunnen brengen.
Als extra stimulans voor zowel eigenaren, huurders als bouwbedrijven kan de BTW op arbeid én materialen bij renovatie- en isolatiewerkzaamheden met minimaal de helft worden verlaagd.
Om huurverhogingen na renoveren/isoleren te minimaliseren of te voorkomen kan de “afschrijvingstermijn” van deze investeringen worden gekoppeld aan de nieuwe levensduur die na de renovatie/isolatiewerkzaamheden voor de woningen geldt.
De financiering van deze rendabele investeringen kan de overheid makkelijk organiseren door specifieke regelgeving zodat het een mooie en maatschappelijk wenselijke, bestemming wordt voor de vele miljarden die de Nederlandse pensioenfondsen beheren.
Bij het beoordelen van de kosten voor de staatskas dienen de vele sociaal maatschappelijke effecten nu eindelijk eens objectief meegewogen te worden en dan zal blijken dat die kosten ruimschoots worden goedgemaakt door de besparingen op kosten voor allerlei andere beleidsterreinen, als zorg, klimaat, energievoorziening,
Betrek de kosten van de voordelen van wonen in een gezond huis op de zorgkosten, het beperken van de kosten voor kosten opwekken, opslaan en distribueren van energie voor import en handelsbalans, het effect van het snel behalen van klimaatdoelstellingen, het creëren van extra tijd voor adaptatie aan klimaatveranderingen, de opbrengst van gegarandeerde werkgelegenheid, handhaven koopkracht en zo nog vele andere aspecten.
Bovendien kunnen ook de jaren durende en miljarden verslindende werkzaamheden om energienetten te verzwaren achterwege blijven. Daarmee blijft de burgers ook deze volgende forse verhoging van hun energienota bespaard.
Kortom
Zorg ervoor dat de vervuiler c.q. de gebruiker betaalt en dat er direct een extra significant financieel voordeel ontstaat als men zijn energiegebruik terugdringt.
Iedereen zal proberen door gedrag of kleine maatregelen hier voordeel uit te halen en zij die makkelijk kunnen investeren in energiebesparende maatregelen en het opwekken en opslaan van duurzame energie zullen dat zeker en ook snel doen!
Creëer een set maatregelen die een vanzelfsprekende snelle en optimale isolatie van de bestaande woningvoorraad, zonder problemen van welke aard dan ook, garandeert.
(**) Tabel ter toelichting
De staffel voor huishoudens loopt in dit rekenvoorbeeld van 0 tot 5.000 per 300 m3, en van 5.000 tot 10.000 m3 per 500 m3 met bijvoorbeeld €0,03 op. De tabel is bedoeld om het principe achter de benadering te verduidelijken. De getallen geven een indicatie en geen ‘harde’ bedragen.
De tabel toont dat pas vanaf een gebruik van 6.000 m3 de kosten van de heffingen direct toenemen ten opzichte van de huidige heffingen.
verbruik m3 aardgas | huidige heffingenREB ODE BTW | kosten huidige heffingen bij verbruik m3 aardgas | m3 aardgas staffel | voorgestelde heffingen bij staffel | kosten heffingen bij staffel m3 aardgas | verschil kosten huidige heffingen en voorgestelde staffelprijs |
300 | € 0,54 | € 162,00 | 300 | € 0,03 | € 9,00 | 153 |
600 | € 0,54 | € 324,00 | 600 | € 0,06 | € 36,00 | 288 |
900 | € 0,54 | € 486,00 | 900 | € 0,09 | € 81,00 | 405 |
1200 | € 0,54 | € 648,00 | 1200 | € 0,12 | € 144,00 | 504 |
1500 | € 0,54 | € 810,00 | 1500 | € 0,15 | € 225,00 | 585 |
1800 | € 0,54 | € 972,00 | 1800 | € 0,18 | € 324,00 | 648 |
2100 | € 0,54 | € 1.134,00 | 2100 | € 0,21 | € 441,00 | 693 |
2400 | € 0,54 | € 1.296,00 | 2400 | € 0,24 | € 576,00 | 720 |
2700 | € 0,54 | € 1.458,00 | 2700 | € 0,27 | € 729,00 | 729 |
3000 | € 0,54 | € 1.620,00 | 3000 | € 0,30 | € 900,00 | 720 |
3300 | € 0,54 | € 1.782,00 | 3300 | € 0,33 | € 1.089,00 | 693 |
3600 | € 0,54 | € 1.944,00 | 3600 | € 0,36 | € 1.296,00 | 648 |
3900 | € 0,54 | € 2.106,00 | 3900 | € 0,39 | € 1.521,00 | 585 |
4200 | € 0,54 | € 2.268,00 | 4200 | € 0,42 | € 1.764,00 | 504 |
4500 | € 0,54 | € 2.430,00 | 4500 | € 0,45 | € 2.025,00 | 405 |
4800 | € 0,54 | € 2.592,00 | 4800 | € 0,48 | € 2.304,00 | 288 |
5000 | € 0,54 | € 2.700,00 | 5000 | € 0,50 | € 2.500,00 | 200 |
5500 | € 0,54 | € 2.970,00 | 5500 | € 0,53 | € 2.915,00 | 55 |
6000 | € 0,54 | € 3.240,00 | 6000 | € 0,56 | € 3.360,00 | -120 |
6500 | € 0,54 | € 3.510,00 | 6500 | € 0,59 | € 3.835,00 | -325 |
7000 | € 0,54 | € 3.780,00 | 7000 | € 0,62 | € 4.340,00 | -560 |
7500 | € 0,54 | € 4.050,00 | 7500 | € 0,65 | € 4.875,00 | -825 |
8000 | € 0,54 | € 4.320,00 | 8000 | € 0,68 | € 5.440,00 | -1120 |
8500 | € 0,54 | € 4.590,00 | 8500 | € 0,71 | € 6.035,00 | -1445 |
9000 | € 0,54 | € 4.860,00 | 9000 | € 0,74 | € 6.660,00 | -1800 |
9500 | € 0,54 | € 5.130,00 | 9500 | € 0,77 | € 7.315,00 | -2185 |
10.000 | € 0,54 | € 5.400,00 | 10.000 | € 0,80 | € 8.000,00 | -2600 |
Ook grotere verbruikers moeten met onmiddellijke ingang een realistische bijdrage leveren en daarom moet zowel het aantal staffels voor de REB en ODE als de hoogte van de heffingen toenemen. Vanaf 5.000 tot 10.000 m3 kan de staffelprijs met stappen van 1.000 m3 stijgen. Vanaf 10.000 tot 200.000 m3 neemt de staffelprijs per 10.000 m3 toe en vanaf 200.000 tot 1.000.000 m3 kan dat met 100.000 m3 oplopen. Daarna loopt de staffel en prijs per 1.000.000 m3 op. Met bedrijven die meer dan 10.000.000 m3 verbruiken zou de overheid een overeenkomst moeten sluiten, waarin te behalen besparingsdoelen en de deadlines daarvoor zijn vastgelegd.
Ondanks het feit dat de huidige ODE en REB-heffingen voor grootverbruikers nu al vele jaren veel te laag zijn, is het desondanks – uit macro-economische overwegingen – redelijk om de invoering en stijging van de staffelprijzen geleidelijk te laten verlopen en het beoogde eindtarief voor de komende jaren tijdig te publiceren. Op die manier krijgen ondernemingen bij investeringsbeslissingen een beter zicht op de te verwachten effecten.