Sociaal maatschappelijke uitweg uit energie-armoede.

De laatste tijd loopt de prijs voor energie razendsnel tot grote hoogte op. Menig gezin zit hierdoor al in grote financiële problemen of komt in nog grotere problemen terecht. Er zijn al reeksen van goedbedoelde ‘oplossingen’ langsgekomen. Algemene eendimensionale maatregelen als een subsidie op gas en elektriciteit of het afschaffen of verlagen van de BTW op energie lijken aardig maar zijn, bezien vanuit de armoedeproblematiek, niet selectief genoeg.

Fundamentele beperking van de vraag blijft uit

Essentieel in de huidige situatie is zowel voor de korte als langere termijn een fundamentele, structurele en permanente daling van de vraag naar energie. Nederland kan onmogelijk blijven voldoen aan de “u vraagt, wij draaien” benadering. Er zijn grenzen aan de mogelijkheden.

De verantwoordelijkheid voor en de uitvoering van maatregelen om het klimaat te beschermen, de energievraag terug te dringen en minder grondstoffen te gebruiken, heeft de regering helaas jarenlang voor zich uitgeschoven en feitelijk neergelegd bij “de markt”.

Het bedrijfsleven heeft zijn eigen zorgen en belangen

Alsof “de markt” – in wezen het bedrijfsleven – zich op voorhand rekening houdt met en zich iets gelegen laat liggen aan de sociaal maatschappelijke problemen en effecten van zijn handelen. Steeds was het de overheid die met wetgeving de vervuiling van lucht en water door ‘de markt’ een halt moest toeroepen. Ook tegen de vervuiling van de bodem en grondwater door de stort van reststoffen en afvallen moest de rijksoverheid tegen het bedrijfsleven in het geweer komen.

Het is voorspelbaar: het bedrijfsleven heeft als belangrijkste doel, zijn voortbestaan op langere termijn veilig te stellen. Daardoor wordt het maken van winst, liefst zo veel mogelijk, vooral om de aandeelhouders tevreden te houden, het belangrijkste in het bedrijfsbeleid. De consequenties van dat beleid men de daarop gebaseerde bedrijfsvoering voor mens, natuur, leefomgeving en klimaat zijn daaraan ondergeschikt. Voor het herstel van de vaak desastreuze gevolgen laat dat bedrijfsleven met volle overtuiging en graag de overheid, dus uiteindelijk de burger opdraaien.

Niet de vervuiler maar de kleinverbruiker betaalt de rekening

Erger nog; de overheid heeft met haar beleid het ‘de markt’ in al die jaren erg makkelijk gemaakt om verspillend en weinig zorgvuldig om te gaan met grondstoffen en energie.

Zo heft de overheid een Regulerende Energie Belasting en een Opslag Duurzame Energie over de gebruikte elektriciteit en die is voor bedrijven, de grootverbruikers, tot 98% lager dan voor huishoudens en kleinverbruikers (€ 0,00129 per kWh voor bedrijven tegen € 0,08142 per kWh voor huishoudens). Voor gas is het iets minder dramatisch. Daarvoor betalen grootverbruikers slechts tot 91,8 % minder aan heffingen/BTW per m3 aardgas dan huishoudens/kleinverbruikers. (€ 0,04426 per m3 voor bedrijven tegen € 0,54416 per m3 voor huishoudens).

Prijs als stimulans om vraag te reduceren ontbreekt.

De energieheffingen zijn voor grootverbruikers in het totale kostenpakket verwaarloosbaar. Energie is nu geen kostenpost van doorslaggevende betekenis en zolang winstmaximalisatie leidend is, is natuurlijk direct duidelijk waarom bedrijven/ondernemers niet op grote schaal investeren in isoleren, zuiniger machines en het opwekken van duurzame energie op de daken van hun bedrijfspanden. Er is voor hen nauwelijks voordeel te behalen omdat het rendement van de investering, lees de besparing op energiekosten, in hun benadering veel te laag is.

Tel daarbij op de opvatting dat de terugverdientijd van een investering maximaal enkele jaren mag zijn en je weet dat je, als het om klimaatmaat beschermende maatregelen gaat, zonder forse prijsprikkel of strikte en verplichtende regelgeving, van het bedrijfsleven als geheel weinig tot niets hoeft te verwachten.

Daar komt nog bij dat veel producten en diensten, ’aantrekkelijk geprijsd’, dankzij de lage heffingen op energie, door het bedrijfsleven worden geëxporteerd. Omdat de inkomsten uit de REB, ODE heffingen voor bedrijven onevenredig laag zijn ten opzichte van de bedragen die de burger in rekening worden gebracht is het de Nederlandse burger die dus in feite de buitenlandse consument ‘subsidieert’.

Verkeerd signaal aan grootverbruikers

Erger nog: door de huidige regelgeving maak je het voor zeer energie-intensieve bedrijven en activiteiten zoals bijvoorbeeld datacenters wel heel erg aantrekkelijk om zich hier te vestigen. Nederland spant zich weliswaar in om het op grote schaal opwekken van duurzame energie met subsidies en regelingen aantrekkelijk te maken. Veel grote buitenlandse bedrijven spinnen daar trouwens ook grote klossen garen bij. En juist dankzij die inspanningen van de overheid kunnen nieuwe grootverbruikers, die rechtstreeks zakendoen met die energieproducenten, claimen dat hun nieuwe vestiging grotendeels draait op “groene energie”.

Deze gang van zaken heeft tegelijkertijd tot gevolg dat de overheid hierdoor de Nederlandse burgers opzadelt met de financieel-economische, sociaal-maatschappelijke en landschappelijke offers en kosten. Huishoudens en de kleine bedrijfsmatige gebruikers vissen achter het net, als het gaat om de koop van duurzaam opgewekte energie. 

‘De vervuiler betaalt’ gaat nog steeds niet op

Als je steeds meer energieverslindende grootverbruikers aantrekt door energieheffingen voor grootverbruikers onevenredig en dus belachelijk laag te houden, ga je de doelstellingen die je als land in internationaal verband hebt afgesproken natuurlijk nooit halen.

De oliecrisis liet eerder al de risico’s en de economische effecten zien wanneer je als land voor je energievoorziening veel te afhankelijk bent van monopolistische energiekartels. De leveringen werden beperkt en de prijzen rezen de pan uit. Afhankelijkheid van buitenlandse mogendheden is nog erger zo toont de huidige situatie met Rusland aan. Die zullen niet aarzelen om ook in de toekomst de levering van energie als druk- en chantagemiddel in te zetten om hun doelen te bereiken. Zo gaan buitenlandse mogendheden direct of indirect, aangemoedigd door de angst van de regering voor de prijseffecten bij een boycot van energieleveringen, ons eigen beleid en binnenlandse beslissingen beïnvloeden. Dat risico bestaat niet alleen voor de bekende leveranciers van olie en aardgas maar straks ook voor sommige landen waar men in zonovergoten gebieden op grote schaal waterstof wil gaan produceren.

Het beleid is er zogenaamd op gericht om altijd over goedkope energie te kunnen beschikken. Dan is het wel opvallend dat van de €0,80 tot €2,79 die je voor een m3 aardgas betaalt, €0,54 bestaat uit heffingen belasting. Dat is omgerekend 67,5 % tot nog altijd 19,3 % van de prijs!

Een ding is zeker; de goedkoopste energie is de energie die je niet gebruikt en dus niet hoeft te kopen of te produceren. Dat benadrukt opnieuw het belang van vergaande en goede isolatie.   

Drastisch beperken van de vraag naar energie via meer staffels in ODE en REB

Om minder afhankelijk te worden van externe energieleveranciers moet de vraag naar energie heel snel drastisch worden beperkt. Omdat iedereen daar zijn steentje aan moet bijdragen moeten alle beschikbare instrumenten op het gebied van regelgeving en financiële prikkels worden ingezet. Uitgangspunt daarbij moet zijn dat iedereen, huishoudens, ondernemers, organisaties en grootverbruikers, direct het (financiële) voordeel voelt wanneer minder energie wordt verbruikt. Dat is redelijk eenvoudig te realiseren door het aantal staffels, waarop de prijs voor de REB- en ODE-heffing is gebaseerd direct fors uit te breiden. En natuurlijk moet ook de hoogte van de heffingen voor partijen die veel meer gas en elektriciteit dan het gemiddelde huishouden gebruiken, meteen flink naar boven worden bijgesteld. Want ook zij kunnen bij beslissingen over voorkomen van energiegebruik intern wel een financiële stimulans gebruiken.

Uit wat rekenwerk (** zie bijlage) blijkt dat het al interessant is om de staffel voor huishoudens bijvoorbeeld per 300 m3 met bijvoorbeeld €0,03 en van 5.000 tot 10.000 m3 per 500 m3 gas te laten oplopen. Ook bij kleinere besparingen door maatregelen en/of gedrag kan men dan makkelijker in een staffel met een lagere prijs terecht komen.

Direct financieel voordeel bij lager energieverbruik

Zonder de burger, en zeker die met een kleinere beurs of minimale financiële bewegingsruimte, verder op kosten te jagen is het mogelijk energiearmoede tegen te gaan en de Nederlanders via financiële prikkels te stimuleren zijn energieverbruik structureel te verlagen en direct de energiebelasting voor kleinverbruikers te verlagen.

Het is een stimulans voor de meeste gebruikers wanneer het besparen van energie extra direct financieel voordeel oplevert en ook meteen zichtbaar is welk bedrag aan heffingen vervalt. Het is voor iedereen aantrekkelijk als men al met eenvoudige besparende maatregelen of simpele aanpassingen in gedrag direct in een staffel met een lager tarief terecht kan komen.

De huidige heffingen op gas bedragen bij een verbruik tot 170.000 m3 steeds €0,54 per m3.

Dat zet bij de Nederlander niet direct aan tot besparingen.  

Het gemiddeld gasverbruik per woning bedraagt 1200 m3 per jaar. Nu loopt het gasverbruik per soort woning, grootte en bouwperiode sterk uiteen. Dat verbruik varieert van gemiddeld 800 tot 3000 m3 met binnen iedere categorie natuurlijk grote uitschieters naar boven en naar beneden. Dat wordt veroorzaakt door het aantal bewoners, de kamertemperatuur overdag en s nachts, het aantal verwarmde kamers, het gedrag en meer van dat soort factoren.

Feit is dat het gemiddelde gebruik van aardgas per woning nu al jaren langzaam maar zeker daalt. Dat is vooral een gevolg van de betere isolatie van nieuwbouwwoningen die daarmee het gemiddelde verbruik van alle woningen naar beneden brengt. Ook energiebesparende isolatiemaatregelen in de bestaande bouw verlagen het gemiddelde energiegebruik per woning.

Voor de oudere woningen waaraan geen optimale isolerende maatregelen zijn getroffen geldt natuurlijk dat het verbruik niet automatisch daalt maar hoog blijft door de koppeling aan de lage isolatie-eisen die golden bij de bouw.

Tegengaan energie armoede

Je bent een pechvogel als je een slecht geïsoleerde woning huurt waaraan de corporatie of eigenaar/belegger voorlopig geen echt effectieve energiebesparende maatregelen wil treffen.

Alleen een opgelegde systematische en planmatige aanpak om complexen huurwoningen (sociaal én vrije sector) de komende tien jaar verplicht nagenoeg tot passiefhuisniveau te isoleren lijkt daar verandering in te kunnen brengen.

Als extra stimulans voor zowel eigenaren, huurders als bouwbedrijven kan de BTW op arbeid én materialen bij renovatie- en isolatiewerkzaamheden met minimaal de helft worden verlaagd.

Om huurverhogingen na renoveren/isoleren te minimaliseren of te voorkomen kan de “afschrijvingstermijn” van deze investeringen worden gekoppeld aan de nieuwe levensduur die na de renovatie/isolatiewerkzaamheden voor de woningen geldt.

De financiering van deze rendabele investeringen kan de overheid makkelijk organiseren door specifieke regelgeving zodat het een mooie en maatschappelijk wenselijke, bestemming wordt voor de vele miljarden die de Nederlandse pensioenfondsen beheren.

Bij het beoordelen van de kosten voor de staatskas dienen de vele sociaal maatschappelijke effecten nu eindelijk eens objectief meegewogen te worden en dan zal blijken dat die kosten ruimschoots worden goedgemaakt door de besparingen op kosten voor allerlei andere beleidsterreinen, als zorg, klimaat, energievoorziening,

Betrek de kosten van de voordelen van wonen in een gezond huis op de zorgkosten, het beperken van de kosten voor kosten opwekken, opslaan en distribueren van energie voor import en handelsbalans, het effect van het snel behalen van klimaatdoelstellingen, het creëren van extra tijd voor adaptatie aan klimaatveranderingen, de opbrengst van gegarandeerde werkgelegenheid, handhaven koopkracht en zo nog vele andere aspecten.

Bovendien kunnen ook de jaren durende en miljarden verslindende werkzaamheden om energienetten te verzwaren achterwege blijven. Daarmee blijft de burgers ook deze volgende forse verhoging van hun energienota bespaard.

Kortom

Zorg ervoor dat de vervuiler c.q. de gebruiker betaalt en dat er direct een extra significant financieel voordeel ontstaat als men zijn energiegebruik terugdringt.

Iedereen zal proberen door gedrag of kleine maatregelen hier voordeel uit te halen en zij die makkelijk kunnen investeren in energiebesparende maatregelen en het opwekken en opslaan van duurzame energie zullen dat zeker en ook snel doen!

Creëer een set maatregelen die een vanzelfsprekende snelle en optimale isolatie van de bestaande woningvoorraad, zonder problemen van welke aard dan ook, garandeert.

(**) Tabel ter toelichting

De staffel voor huishoudens loopt in dit rekenvoorbeeld van 0 tot 5.000 per 300 m3, en van 5.000 tot 10.000 m3 per 500 m3 met bijvoorbeeld €0,03 op. De tabel is bedoeld om het principe achter de benadering te verduidelijken. De getallen geven een indicatie en geen ‘harde’ bedragen.

De tabel toont dat pas vanaf een gebruik van 6.000 m3 de kosten van de heffingen direct toenemen ten opzichte van de huidige heffingen.

verbruik  m3 aardgashuidige heffingenREB ODE BTWkosten huidige  heffingen bij verbruik m3 aardgas m3 aardgas staffelvoorgestelde heffingen bij  staffelkosten heffingen bij staffel m3 aardgasverschil kosten huidige heffingen en voorgestelde staffelprijs
300€ 0,54€ 162,00300€ 0,03€ 9,00153
600€ 0,54€ 324,00600€ 0,06€ 36,00288
900€ 0,54€ 486,00900€ 0,09€ 81,00405
1200€ 0,54€ 648,001200€ 0,12€ 144,00504
1500€ 0,54€ 810,001500€ 0,15€ 225,00585
1800€ 0,54€ 972,001800€ 0,18€ 324,00648
2100€ 0,54€ 1.134,002100€ 0,21€ 441,00693
2400€ 0,54€ 1.296,002400€ 0,24€ 576,00720
2700€ 0,54€ 1.458,002700€ 0,27€ 729,00729
3000€ 0,54€ 1.620,003000€ 0,30€ 900,00720
3300€ 0,54€ 1.782,003300€ 0,33€ 1.089,00693
3600€ 0,54€ 1.944,003600€ 0,36€ 1.296,00648
3900€ 0,54€ 2.106,003900€ 0,39€ 1.521,00585
4200€ 0,54€ 2.268,004200€ 0,42€ 1.764,00504
4500€ 0,54€ 2.430,004500€ 0,45€ 2.025,00405
4800€ 0,54€ 2.592,004800€ 0,48€ 2.304,00288
5000€ 0,54€ 2.700,005000€ 0,50€ 2.500,00200
5500€ 0,54€ 2.970,005500€ 0,53€ 2.915,0055
6000€ 0,54€ 3.240,006000€ 0,56€ 3.360,00-120
6500€ 0,54€ 3.510,006500€ 0,59€ 3.835,00-325
7000€ 0,54€ 3.780,007000€ 0,62€ 4.340,00-560
7500€ 0,54€ 4.050,007500€ 0,65€ 4.875,00-825
8000€ 0,54€ 4.320,008000€ 0,68€ 5.440,00-1120
8500€ 0,54€ 4.590,008500€ 0,71€ 6.035,00-1445
9000€ 0,54€ 4.860,009000€ 0,74€ 6.660,00-1800
9500€ 0,54€ 5.130,009500€ 0,77€ 7.315,00-2185
10.000€ 0,54€ 5.400,0010.000€ 0,80€ 8.000,00-2600

Ook grotere verbruikers moeten met onmiddellijke ingang een realistische bijdrage leveren en daarom moet zowel het aantal staffels voor de REB en ODE als de hoogte van de heffingen toenemen. Vanaf 5.000 tot 10.000 m3 kan de staffelprijs met stappen van 1.000 m3 stijgen. Vanaf 10.000 tot 200.000 m3 neemt de staffelprijs per 10.000 m3 toe en vanaf 200.000 tot 1.000.000 m3 kan dat met 100.000 m3 oplopen. Daarna loopt de staffel en prijs per 1.000.000 m3 op. Met bedrijven die meer dan 10.000.000 m3 verbruiken zou de overheid een overeenkomst moeten sluiten, waarin te behalen besparingsdoelen en de deadlines daarvoor zijn vastgelegd.

Ondanks het feit dat de huidige ODE en REB-heffingen voor grootverbruikers nu al vele jaren veel te laag zijn, is het desondanks – uit macro-economische overwegingen – redelijk om de invoering en stijging van de staffelprijzen geleidelijk te laten verlopen en het beoogde eindtarief voor de komende jaren tijdig te publiceren. Op die manier krijgen ondernemingen bij investeringsbeslissingen een beter zicht op de te verwachten effecten.   

Advertentie

Vacuüm glas, verreweg het beste isolatieglas

Het warmteverlies in woningen is afhankelijk van bouwstijl, bouwperiode, grootte, onderhoud en de ventilatie. En natuurlijk vooral ook van de soort en oppervlakte aan glas in ramen en deuren.

Het gemiddelde glasoppervlak varieert van ca 15m2 in een appartement, ca 20 min een rijtjeshuis, ca 30m2 in een hoekwoning, ca 35 m2 bij een twee onder een kapwoning, tot ca 50m2  in een vrijstaande woning.

Het warmteverlies van een woning via het aanwezige glas is niet absoluut te geven. Daarvoor zijn de invloed van de oriëntatie, op het zuiden of het noorden, de gemiddelde windsnelheden, de aanwezigheid van bomen en begroeiing en ook het gedrag van de bewoners te divers.  Daarom is het ook lastig om de exacte energiebesparing aan te geven die met het plaatsen van isolerend glas bereikt kan worden. Dan moet rekening worden gehouden met de temperatuur in de kamers gedurende de dag en nacht, met de buiten temperatuur gedurende de dag en nacht, met het aantal dagen dat die bepaalde temperaturen gelden, met de wind die de warmte van de ramen wegblaast, met het soort glas en natuurlijk de hoeveelheid glas in de verschillende vertrekken waar verschillende temperaturen heersen. Maar het effect van goed isolerend glas is natuurlijk globaal aan te geven. In ieder geval draagt isolerende beglazing flink bij aan een hoger niveau van wooncomfort.

Langzamerhand dringt het besef door dat goed isoleren de beste stap is om het energiegebruik voor woningverwarming te beperken. Ramen en deuren zorgen voor ongeveer 25% van het warmteverlies en staat daarmee na het dak (25-35%) en de muren (20-30%) op de derde plaats. Nog voor de vloer (7-15%) koudebruggen en kieren (5-10%) en ventilatie (15-20%).

Nederland maakte vanaf 1948 kennis met dubbelglas met de merknaam Thermopane. De glasplaten werden met lood aan elkaar gesoldeerd en de spouw werd gevuld met lucht. Door de opkomst van metaalcoatings op de binnenkant van het glas en innovaties in de afstandhouders en het afsluiten van de spouw werd zogenoemd hoogrendementsglas steeds populairder. Bij HR, HR+ en HR++ zorgen verschillen in gebruikte metaallaagjes, spouwbreedte, edelgassen in de spouw en materialen in afstandhouders voor oplopende isolatiewaarden.

Maar omdat zelfs HR ++ dubbel glas in lang niet alle opzichten aan de verwachtingen en wensen kan voldoen is inmiddels het drielaags- of triple glas in opmars. Hoewel triple glas veel beter isoleert heeft het ook enkele forse nadelen. Voor triple glas zijn aanzienlijk meer verschillende materialen nodig. Bij drielaagsglas is er natuurlijk allereerst sprake van een extra glasplaat. Ook is een extra afstandhouder nodig, gevuld met silicagel, en met extra butyl en polyurethaan kitafdichtingen. Door het extra gewicht dient bovendien het hang- en sluitwerk extra zwaar en stevig te worden uitgevoerd.

Net als bij dubbelglas moet bij triple glas de extra glasplaat aan een of twee zijden van een metaallaagje worden voorzien en moet de extra spouwruimte met het edelgas argon of krypton worden gevuld om de isolerende werking te verbeteren. 

De dikte van de glasplaten zijn in combinatie met de breedte van de spouw van invloed op de isolerende waarde van triple glas. Bij een opbouw (glas/spouw) van 4 – 7 – 4 – 7 – 4 mm is de U-waarde 1,1 (W/m2K) en bij een opbouw van 6 – 16 – 4 – 16 – 6 mm is de U-waarde 0,7 (W/m2K). Al met al kan de dikte van tripleglas variëren van 2,6 cm tot 4,8 cm en meer.

Niet alle triple glas is hetzelfde en levert dus ook niet dezelfde prestatie. Dit maakt het selecteren op prijs tot een hachelijke onderneming.

WARMTEVERLIES PER GLASSOORT

Bij glas wordt de mate van warmteverlies uitgedrukt in de U-waarde. Dit betekent dat bij enkel glas met een U-waarde van 5,5 (W/m2K), per vierkante meter glasoppervlak per graad temperatuurverschil 5,5 Watt warmte verloren gaat. Per 5 m2 glasoppervlak en een binnentemperatuur van 20 °C komt dat voor de verschillende glassoorten en verschillende buitentemperaturen neer op de volgende warmteverliezen.

Afhankelijk van de soort woning is het warmteverlies bij een buitentemperatuur van 5°C en een kamertemperatuur van 20°C, door de oppervlakte aan glas per soort glas in onderstaande tabel in afgeronde getallen weergegeven.

Het echte voordeel van triple glas, een hoge isolatiewaarde, wordt vooral bereikt als de spouwen voldoende dik zijn. De dikte van het geschikte tripleglas loopt daardoor op tot 5 cm en meer.  Dergelijk dik isolatieglas past niet in de bestaande sponning en dat betekent dat ook een nieuw kozijn moet worden geplaatst, met als gevolg extra kosten, extra werk en extra gebruik van materialen.

Dankzij thermisch beter isolerende, zogenoemde warm-edge afstandhouders is de condensvorming aan de randen van het traditionele meerlaagsglas afgenomen evenals koude en warmteverlies door koudebrugwerking. 

Een extra voordeel van vacuümglas, dat deze problemen van koude randen door afstandhouders helemaal niet kent.

VACUÜMGLAS: IN ALLERLEI OPZICHTEN BETER MET MINDER MATERIAAL

Nederland is overeengekomen de uitstoot van CO2 te reduceren door het gebruik van fossiele brandstoffen, onder ander voor verwarmingsdoeleinden terug te dringen. Door gebouwen beter te isoleren zal de vraag naar energie structureel, permanent en substantieel afnemen. Goed isolerende beglazing van woningen en gebouwen draagt daar zeker aan bij!

Ook heeft Nederland de ambities van Europa om het gebruik van materialen te beperken door fors in te zetten op een circulaire economie onderschreven. Een logische beslissing want zowel  Nederland als Europa zijn relatief zeer arm aan essentiële grondstoffen en zijn door het enorme verbruik van goederen en producten zeer afhankelijk van import. Bovendien gaat het winnen, bewerken, verwerken en transporteren van grondstoffen en materialen gepaard met de inzet van veel energie en inspanningen met alle CO2 emissies van dien. Daarom moet iedere manier om met de inzet van zo min mogelijk grondstoffen en materialen de gewenste resultaten en doelstellingen te behalen alleen al om die reden de voorkeur krijgen.

Als het gaat om energiebesparing door het plaatsen van isolerend glas is er geen andere conclusie mogelijk dan dat de inzet van triple glas leidt tot extra gebruik van grondstoffen en materialen. Daarom moet de keuze eerder vallen op producten die op het gebied van energiebesparing minimaal dezelfde resultaten bereiken maar aanzienlijk minder materialen en energie vergen en bijdragen aan de ambities van circulariteit.

Vacuümglas heeft minimaal dezelfde isolerende waarde als triple glas en daarbij is juist sprake van minder materiaal dan bij dubbel- en drielaagsglas. Vacuüm glas bestaat uit twee glasplaten met een vacuüm spouwruimte van 0,1 tot 0,2 mm. Glazen micro-spacers houden de vacuüm spouwruimte in stand en de randen van de glasplaten worden met zeer fijn gemalen glasfrit aan elkaar gesmolten. Daardoor bestaat vacuümglas uitsluitend uit glas. Dit zal aan het einde van de levensduur het hergebruik en de recycling van dit glas minder bewerkelijk maken en daarmee de kwaliteit en kosten ten goede komen. De totale dikte van vacuümglas is niet meer dan 0,8 cm tot 1,2 cm. Daarmee is het zelfs dunner dan dubbelglas, dat door die ene afstandhouder al gauw 2 tot 3 cm dik is.

Vacuümglas is zo dun dat het in iedere bestaande sponning of kozijn past. Het gebruik van vacuümglas voorkomt zo de noodzaak om nog goede ramen en kozijnen te vervangen.

Dankzij deze gunstige gegevens moet vacuümglas worden beoordeeld als het enige wenselijke en nieuwe isolatieglas. Het biedt ten opzichte van drielaagsglas dezelfde of betere isolatie, laat meer licht door, houdt meer geluid tegen, is 25% minder dik, 50% minder zwaar en volledig circulair en recyclebaar.

ENERGIEGEBRUIK VAN DATACENTERS; ERGERLIJK EN VERBAZINGWEKKEND!

Op 10 augustus, dezelfde dag dat wordt bericht over het nieuwste IPCC rapport met ultieme waarschuwingen voor de gevolgen van de klimaatverandering voor onze planeet en de mensheid, staat er een artikel in het Brabants Dagblad over de bouw van een datacenter op De Brand. Ik heb me verbaasd over en ook geërgerd aan een deel van die berichtgeving. 

Momenteel gebruiken alle datacenters ter wereld,  die allemaal zijn gebaseerd op elektronica, door onze digitale activiteiten nu al 4 à 5% van alle energie. Door de onstuitbare groei van het gebruik van data voor entertainment, informatie, communicatie, in de landbouw, de medische zorg, de mobiliteit en wat al niet zal de vraag naar energie hiervoor snel nog verder toenemen. Volgens kenners hebben we met de huidige technologie in 2030 honderd procent van de huidige opwekcapaciteit alleen al nodig om het internet overeind te houden. 

Het grote aantal datacenters in Nederland en nog meerdere op komst is wel te verklaren. De belastingen (Opslag Duurzame Energie, Regulerende Energie Belasting en BTW) op energiekosten zijn voor grootverbruikers per kWh nagenoeg verwaarloosbaar. Bij meer dan 10 miljoen kWh betalen verbruikers daarvoor niet meer dan € 0,0011 per kWh!! De “gewone consument” (tot 10.000 kWh) betaalt daarvoor ruim € 0,15 per kWh. Bij een verbruik van 2,7 miljard kWh (2019) komt dat neer op een kostenpost van €2.970.000 waar de consument voor diezelfde hoeveelheid kWh €405.000.000 aan belastingen betaalt. En ik weet zeker dat een kilo CO2 altijd even schadelijk en ongewenst is, en dat het niet uitmaakt of die door een huishouden of een datacenter is uitgestoten…

De overheid heeft dus nog heel wat te reguleren

Datacenters verbruiken ‘bijna gratis’ de gehele productie van de windturbineparken op de Noordzee.

Trots wordt in het artikel gemeld dat men probeert het excessieve warmteoverschot van het datacenter van De Brand te slijten aan de bewoners van de wijk Hintham. Dat betekent voor de bewoners een verplichte aansluiting en verplichte warmteafname/winkelnering. Voor dat warmtenet, met natuurlijk ‘goed’ geïsoleerde transportleidingen moet iedere straat en tuinpad in de wijk op de schop en voor dat graafwerk, de herinrichting e.d. komt de rekening gegarandeerd grotendeels bij de gemeente terecht. En natuurlijk komen daar nog bovenop de kosten voor de aansluiting op en onderhoud en beheer van het warmtenet. Binnen komt in de meterkast een warmtewisselaar (60 bij 40 bij 20 cm) en een leiding van de meterkast naar de plaats waar nu de cv-ketel hangt.

Tel uit je winst: iedere stap in het proces om een warmtenet aan te leggen levert een forse CO2 uitstoot op en kost natuurlijk ook nog eens veel geld.

Aan extra verwarming van de woning, die om de verwarmingskosten te beperken natuurlijk goed geïsoleerd is of nog gaat worden, is maar ongeveer 5 maanden per jaar behoefte. Dan heb je voor 7 à 8 maanden wel een erg dure en energetisch en ecologisch een weinig efficiënte voorziening voor het verwarmen van bad- of douchewater. Een huishouden verbruikt gemiddeld 270 m3 gas (20 à 25 m3 per maand) voor verwarmen van water en het gasverbruik daarvoor veroorzaakt zo’n 15 procent van de CO2-uitstoot die nu nog door het totale gasverbruik (1800 m3 per huishouden / jaar ) ontstaat. Inmiddels zijn er vele keuzes mogelijk die zowel energetisch, materiaaltechnisch, ecologisch en economisch meer voordelen bieden…

Het geld dat moet worden opgehoest voor de aanleg en aansluiting van een warmtenet en voor het gebruik van de geleverde warmte kunnen bewoners beter steken in het beperken van de vraag naar energie door veel en goed te isoleren, waardoor ze in de winter de warmte binnen houden en maar in de zomer de warmte ook buiten houden. Dan bespaar je permanent op je energievraag en draag je pas echt bij aan het beperken van de klimaatverandering.

Er zit nog een addertje onder het gras.

De kosten van de aanleg van een  warmtenet worden toegerekend op basis van de verwachte technische en economische levensduur. Zeg 40 of 50 jaar.

Maar veronderstel nu eens dat de (rijks-) overheid op korte termijn nu eindelijk ook aan het bedrijfsleven het treffen van echte maatregelen moet / gaat opleggen om de vraag naar energie echt verder drastisch terug te dringen. Voor datacenters wordt het dan heel erg moeilijk het huidige businessmodel, gebaseerd op de huidige, achterhaalde en verkwistende techniek gebaseerd op elektronica, voort te zetten. Zeker omdat er een alternatief op de markt komt. Het gaat dan niet alleen meer over het transport van data via licht (glasvezel) maar daarna gaat ook de opslag, bewerking en verwerking van die data op basis van licht plaatsvinden.

Onder leiding van vele partijen in de Brainportregio wordt wereldwijd gewerkt aan de verdere ontwikkeling en inzet van Fotonica. Door bij dataverwerking over te schakelen van elektronica op geïntegreerde fotonische chips is er heel veel te besparen op materialen en grondstoffen maar vooral ook, tot wel 80%, op energie. Door de daling van het gebruik van zowel energie als grondstoffen is het toch mogelijk de digitalisering verder uit te rollen en de voordelen daarvan, zonder extra energievraag of schade aan het klimaat, te benutten. 

De overheid kan het energieverbruik van industrie en bedrijfsleven snel reguleren en terugdringen.

De overheid zou direct kunnen besluiten het bedrijfsleven tot vergaande energiebesparende maatregelen aan te zetten zonder met de subsidiebuidel te hoeven zwaaien. Dat kan ze bijvoorbeeld doen door aan te kondigen dat per 1 januari 2023 de REB en ODE voor grootverbruikers simpelweg fors worden verhoogd naar bijvoorbeeld € 0,05 per kWh en dat iedere 2 jaar daarna dat tarief met nog eens 2 eurocent per kWh omhoog zal gaan. Op basis van de interne rekensommetjes zullen alle bedrijven direct besluiten de (allang bekende) energiezuinigste apparaten te installeren, gebouwen te isoleren. om maar zo min mogelijk energie te hoeven gebruiken.

Ook zullen bedrijven alle geschikte daken en gevels van bedrijfshallen en -gebouwen vol leggen met PV panelen om zoveel mogelijk gratis energie op te wekken. Ondernemers van een bedrijventerrein zullen een Vereniging van Eigenaren vormen die zorgt voor zowel het opwekken, als het opslaan en beheren van de duurzaam opgewekte elektriciteit en de tijdelijke overschotten. Op bedrijventerreinen ontstaan dan, zoals elders, zogenoemde ‘microgrids’ waar ook seizoensopslag, al dan niet in combinatie met waterstof, deel van uitmaakt. Dat betekent tegelijkertijd dat ook op grote schaal kan worden afgezien van de zeer kostbare verzwaring van het elektriciteitsnet, waarvan de rekening bijna als vanzelfsprekend weer bij de kleinverbruiker zal worden gelegd.

Er zijn meer oplossingen beschikbaar en ook technisch en financieel haalbaar dan uit het betreffende artikel blijkt en dat acht ik een gemiste kans. Presenteer niet alleen de belemmeringen maar geef ook aan wat er wel mogelijk is…..

Deze blog werd in iets aangepaste vorm gepubliceerd als opinie stuk in het Brabants Dagblad van zaterdag 14 augustus