Welkom by Sustainable Energy Solutions

Paul-Masselinkvs2_5x6cm

Welkom bij Sustainable Energy Solutions, de website van het bedrijf dat ik heb opgericht om mijn visie en ideeën over duurzame en energie en energieopslag te verspreiden. Ik ben al ruim 35 jaar actief in deze sector. Lees hier meer over mij en mijn ervaringen; en hieronder over mijn artikelen, publicaties en nieuws over het bereiken van een gebouwde omgeving die vrij is van fossiele brandstoffen.

Advertentie

‘ENERGIE BESPAREN’ Basis was presentatie voor Rotary

Niet meer alleen de korte termijn. Niet meer alleen direct aan de vraag voldoen.
Niet meer alleen de goedkoopste optie. Niet meer alleen de markt die bepaalt.

Niet meer gevolgen (ecologisch, maatschappelijk, economisch) verzwijgen of bagatelliseren.
Kijk niet meer alleen naar eigen belang maar naar effect voor de hele wereld.

Niet meer bepaalde groepen, branches of werkwijzen bevoordelen ten koste van andere groepen.
De mens/de mensheid centraal i.p.v. de economie.
Hoe was het ook alweer??  De vervuiler betaalt!!!
Nou dat ligt soms net even anders. Deze tabel is het heldere bewijs dat het niet gaat zoals zou moeten.

Voorbeeld toont:
Hoe meer energie je gebruikt en dus hoe meer CO2 je uitstoot des te lager de extra heffingen voor DE en ODE
Stel 15.000.000 kWh verbruik. Zakelijke gebruikers betalen daarvoor aan REB/ODE/BTW € 16.500.
Particulieren betalen aan REB/ODE/BTW voor diezelfde 15 miljoen kWh € 2.254.000.

Veel productie wordt geëxporteerd; burgers subsidiëren via export buitenlandse afnemers.
Suggestie voor oplossing: 
Trek heffingen gelijk. Breng per 1 jan 2023 het minimumbedrag bijvoorbeeld naar €0,05.
Meld meteen dat het bedrag jaarlijks ophoog gaat tot het gelijk is aan wat burgers moeten betalen.

Binnen de kortste keren is het voor bedrijven heel aantrekkelijk om gebouwen, processen en werkwijzen energieneutraal te maken.
Ook zullen bedrijven dan zoveel mogelijk energie zelf op locatie opwekken en opslaan voor later gebruik.
Dit zijn wat opdrachten waar Nederland voor getekend heeft.
Daar komen nog (verder gaande) Europese en mondiale afspraken bij.
Energie besparen en CO2 reduceren alleen is bij lange na niet voldoende.

We moeten ook eens kritisch kijken naar de grondstoffen die we gebruiken.
Waar halen we die vandaan (i.v.m. Transportemissies, Kinderarbeid, Milieuschade doorgebrekkige regelgeving)
En hoe gebruiken we die grondstoffen en wat kunnen we meer doen aan re-use en recycling.

Zo worden tonnen elektronica afval voor een habbekrats geëxporteerd.
Maar we betalen de hoofdprijs voor gerecyclede en daaruit gewonnen nieuw aangevoerde primaire grondstoffen.
Europa is niet echt rijk aan bijzondere grondstoffen. Minder afhankelijkheid van huidige leveranciers heeft voordelen.
Richt in Europees verband milieu hygiënische demontage- en opwerkingsbedrijven voor deelstromen t.b.v. hergebruik en recycling op.
Het is duidelijk dat we altijd op het verkeerde paard hebben gewed.
Steeds maar weer meer machientjes verkopen en die machientjes hooguit een beetje beter maken dan die van de concurrent.

Alle fossiele stoffen die zijn ontstaan uit organisch materiaal en waarmee we energie kunnen maken zijn eindig.
Die zorgen bij gebruik voor het toenemen van de CO2 concentratie in de lucht met alle opwarmende gevolgen voor de mensheid van dien.

Uranium is een erts dat voor komt in rotsformaties. Het is niet fossiel, maar wel degelijk eindig. Het is als het wordt gebruikt ook niet CO2 vrij.
(Zie artikelen over kernenergie op mijn website)

De resterende hoeveelheden fossiele brandstofvoorraden vallen in het niet bij de jaarlijkse hoeveelheid zonne-energie.      
Wereldwijd valt het energiegebruik in dit plaatje ogenschijnlijk wel mee.

In gebieden met veel zon/wind is er ruimte voor de productie van waterstof voor eigen ontwikkeling en als verdienmodel door export.
Maar voorkom ook hier afhankelijkheid van landen met veel zon waar makkelijker/goedkoper waterstof is te produceren.
Duurzaam wil zeggen:
De mens voorziet in eigen behoefte zonder natuurlijke bronnen uit te putten en het leefmilieu zwaar of onherstelbaar te belasten.
Kernenergie o.b.v. uranium is volgens definitie niet duurzaam.
De concentratie uranium in uraanerts is laag; ongeveer 1 kilo per 1000 kilo erts; 500 gram is winbaar.
Jaarlijks verbruik van ca 55.000 ton uranium vereist het winnen en bewerken van 110 miljoen ton erts. 
Winning en opwerking vereist veel (chemische) fabrieken, transport en materialen.
Dus al veel CO2 uitstoot in voortraject om brandstofstaven te kunnen maken.

Overheid betaalt alle kosten vergunningen en onderzoeken.
Bedrijven vragen garanties van overheid voordat ze willen beginnen met bouw.
Kosten nieuwe kerncentrales ontploffen.
Flamanville    start 2006 klaar 2023   geen 3,5 maar 12,5 miljard
Olkiluoto 3     start 2004 klaar 2023   geen 2,5 maar   8,5 miljard
Hinkley Point  start 2014 klaar 2025  geen 16 maar  25    miljard
Engeland betaalt een afname garantieprijs van 92,50 pond per MWh (offshore wind kostprijs va € 40/MWh)!!
In VK zijn plannen voor nog 3 kerncentrales afgelast.
In september 2020 staakt Hitachi met centrale Anglesey i.v.m. kosten van 20 miljard en neemt 2,4 miljard verlies.
Westinghouse/Thosiba staakte in 2018 Virgil C (i.v.m. oplopende kosten van 7,5 naar 18 miljard) en neemt 5 miljard verlies.
Westinghouse ging aan Virgil C en de Vogtle centrale failliet.
Die bouw is met garanties en leningen van de overheid voortgezet. (Kosten ca 25 miljard open in 2023??)

Het Deutsches Institut fur Wirtschaftsforschung lichtte alle 674 kerncentrales (1951-2017) door.
Zij werden gebouwd dankzij subsidies, gemiddeld werd per centrale in 40 jaar tijd 5 miljard verlies geleden.
Centrales werden gebouwd om plutonium te verkrijgen t.b.v. kernwapenproductie, niet voor ‘goedkope’ energie.
Ik ben een fervent aanhanger van kernenergie, maar dan wel uitsluitend van deze!

Op veilige afstand. Hij heeft zich ruimschoots bewezen.
Hij al eeuwen betrouwbaar en vereist geen onderhoud. De energie is overal en voor iedereen beschikbaar.
Niemand die het kan opeisen of die er, door ermee te dreigen, misbruik van kan maken.
Niemand kan er aan komen, je ermee chanteren, en je krijgt de energie toch gratis en voor niets.
We tellen ruim 8.000.000 woningen met een waarde van ruim 2.320 miljard euro. (huizencrisis nog niet meegenomen!)
Er wordt wel eens gezegd dat vervangende nieuwbouw energetisch veel beter en goedkoper is (vooral dat) dan isoleren en renoveren.
Maar dan vergeet men wel makkelijk de aanschaf van de te slopen woningen in het concept en de berekeningen mee te nemen.
Trouwens ook bij bouwmaterialen gaat er in het winnen en bewerken al veel energie zitten.
NB Indicatieve getallen. Geen absolute waarde hechten aan de getallen.
Iedere categorie kent uitschieters naar boven en naar beneden.
Dit wordt veroorzaakt door aantal kamers, aantal vierkante meters, aantal bewoners, gedrag, leefstijl en dergelijke factoren.
Stel je eens voor: ruim 10 miljard euro voor verwarmen per jaar!
Nog goed te isoleren voor 2050, 7.500.000 woningen (woningen uit 2010 zijn dan 40 jaar oud!)
Nog 28 jaar te gaan, dus 270.000 woningen per jaar.
Stel dat renoveren/goed isoleren van de schil € 40.000 per woning kost (afgezien van keuken van 10 à 15.000 en badkamer van 10 à 15.000 euro).
Dan bedraagt de investering daarvoor per jaar €10.800.000.000.

lening van € 40.000, rente 1,5%    2,5%  3,5%
looptijd 120 maanden      359  377  395
looptijd 240 maanden      193 211   231
looptijd 360 maanden  138  157  178
euro per maand
Gebruik pensioengelden voor leningen in investeringen in isoleren/ventileren/PV/opslag.
Financiering niet bewoner gebonden maar object gebonden.
Renoveren/isoleren zonder toename kosten.
Volg het ‘Asser Servicekosten Model’ van SEGON
Ongeveer 4.750.000 woningen (ca 60%) tussen de 75 en 150 m2.     
Bouw niet te klein (<75 m2). Dat is het verschil tussen flatje (50-75 m2) en appartement 150-500 m2).
Zorg voor doorstroming in de wijk met nieuwbouw nabij de bekende (winkel-)voorzieningen.
Suggestie:
Sloop enkele tegenover elkaar gelegen oudere rijtjeswoningen (5 of 10 per zijde)
Dat levert een bebouwbaar oppervlak van 600/700 m2, dus 6 à 7 woningen per bouwlaag,
Bij 4 of 5 lagen levert dat 24 tot 35 gestapelde woningen op, een winst van 14 tot 25 woningen
Bij bebouwbaar oppervlak van 1800/2100 m2 levert dat 18 à 21 woningen per bouwlaag op
Bij 4 of 5 lagen levert op 72 tot 105 gestapelde woningen op, een winst van 52 tot 85 woningen
De bestaande voorzieningen krijgen nieuwe klanten en de bestaande infrastructuur wordt weer beter gebruikt.
“Vroeger” was er sowieso sprake van natuurlijke ventilatie.
We kennen het allemaal;
Hoor de wind waait…
Letterlijk en figuurlijk ‘frisse’ lucht naar binnen.
Maar met het vocht verdween ook de warmte het huis uit.
Het is wel meteen duidelijk wat je moet isoleren: de hele schil en het liefst aan de buitenzijde!
Besparing alleen op basis van het standaardpakket is verre van optimaal.
Je loopt risico op minder goed aansluiten isolatiemateriaal en daardoor mogelijk koudebruggen, condensatie en vochtproblemen
Enige criterium lijkt de hoogte van de investering.
Maar situatie en uitgangspunten voor berekeningen is in jaar tijd sterk veranderd.
Pak de hele schil in.
Ook een nieuwe isolatie op het dak, dat helemaal wordt gedekt met PV!
Bekende aanpak bestaat uit houten staanders of staalprofielen en daartussen steen/glaswol.
Over profielen heen gaat aan weerszijde een OSB-plaat van grove houtsplinters of een dikke plaat PUR i.v.m. koudebruggen via het staal.
Een harde afwerkplaat van vezelcement moet de PUR beschermen. 

Inmiddels heb ik een voorkeur voor een dragende constructie o.b.v. natuurvezel (houtvezel/polymeer) versterkte composiet.
Het vergt minder materiaal door kokerconstructie met verbindingsstukken die ook zo weer kunnen worden hergebruikt.
Er is nu een techniek om glasvezelversterkt composiet (rotorbladen windturbines) weer tot basismaterialen terug te brengen. 

Een vezel versterkte isolerende gevelconstructie is veel dunner, met minder maar beter isolatiemateriaal (aerogel of vacuümpanelen)
In deze constructie zit geen vezelcementplaat maar Poraboard (gerecycled glas)
De zichtbare gevel kan ook makkelijk worden afgewerkt met steen strips.
Afwijkende raamindeling en vormen.
In Nederland is de baksteen nog steeds het favoriete bouwmateriaal.
Maar afwerking met stuc, plaatmateriaal, planken of zelfs PV wint terrein.
Afhankelijk van het project is het mogelijk de woningen in een straat in verschillende baksteenkleuren af te werken.
Ook verschillende kleuren en materialen per verdieping kunnen de levendigheid van het straatbeeld vergroten.
Door de dikke opbouw vallen dikke kozijnen voor drie-laags glas niet op.
Tegenwoordig zijn ook zeer dunne kozijnen, speciaal voor vacuümglas op de markt.
Dit past bij het beperken van het materiaalgebruik voor isolerende voorzetgevels.
Gemaakt van (Nederlands) snelgroeiend hout (naaldboom)

Accoya hout bewerkt door acetyleren.
Chemische verduurzaming met azijnzuuranhydride onder hoge temperatuur en druk.
Hierdoor veranderen de eigenschappen van het hout en neemt het geen vocht op.
Vergelijkbaar met Teak.

Plato Hout wordt verkregen door HydroThermolyse  (koken, drogen, bakken).
Bewerking geschiedt door verhitten tot 170 C in autoclaaf onder stoom en druk.
Dan volgt het geleidelijk drogen tot 8% vocht, en daarna opnieuw, nu droog, verhitten tot 180 °C.
Vergelijkbaar aan meranti.
TRIPLE GLAS
Dikte 2,5 tot 4 cm, extra gewicht, bredere sponning, meer materiaal, Ug = 0,7.

VACUÜMGLAS
Dikte 0,8 cm, licht van gewicht, extra gehard glas, Fineo (AGC) heeft geen zichtbaar dopje van vacumeren, Ug = 0,7 of lager.

Duidelijk minder materiaal voor ramen en kozijnen en door beperkte gewicht ook minder zwaar hang- en sluitwerk nodig.
Kan door minimale dikte ook makkelijk in bestaande ramen het glas vervangen.
Deceuninck levert voor nieuwbouw voor dit vacuümglas slanke kunststof of aluminium profielen met hoge thermische en akoestische isolatie.
PUR, PIR of EPS/XPS isolerende dakpanelen, te dekken met dakpannen.
Dakpanelen worden geleverd met dak- en panlatten of compleet met PV-panelen.

Chemische recycling (PIR/PUR) via Hydro pyrolyse in ontwikkeling.
Door monomeren te koppelen ontstaan polymeren, waarmee je verschillende soorten kunststof kunt maken.
Chemische recycling keert dit proces om door de verbindingen af te breken en zo de basisgrondstoffen weer terug te krijgen.

Meerdere methoden voor chemische recycling zijn in ontwikkeling. Nu worden 4 soorten toegepast.
Oplossing door bewerking met chemisch oplosmiddel zodat polymeren weer voor nieuwe kunststoffen zijn te gebruiken
Depolymerisatie is afbraak van polymeren tot monomeren door gebruik van oplosmiddel en warmte.
Kraken/pyrolyse is verhitten van polymeren met uitsluiten van zuurstof zodat olie of gas ontstaat. O.a. te gebruiken voor nieuwe kunststoffen.
Vergassing is verhitten met een kleine hoeveelheid zuurstof, zo ontstaat een gas met uiteenlopende toepassingen.
(Zie de “roadmap-chemische-recycling kunststoffen 2030” Nederland circulair /VNO-NCW)
Voorwaarde is dat woning bouwkundig geschikt voor renovatie/isolatie en weer opnieuw een lange periode meegaat.

Meerdere problemen tegelijkertijd relatief eenvoudig op te lossen.
Uitbreiding als de woning eigenlijk te beperkt van oppervlak is.
Als er meer variatie nodig is in woninggrootte in bepaalde wijk om meer variatie in bewoning en bewoners te krijgen.
Verbeteren van uiterlijk en aanzicht van straat en woningen kan mede van invloed zijn.
Ook kan uitbouw bijdragen om beter gebruik te kunnen maken van zon en PV-opbrengsten.
Uitbouw kan, in combinatie met woningsplitsen in beneden- en bovenwoning, leiden tot verdichting en meer woningen in de buurt.
Doe het in een keer goed; in 2050 moet het toch echt E-neutraal zijn.
Zorg ervoor dat je nagenoeg geen verwarming of koeling meer nodig hebt.

Passiefhuis: Netto energiebehoefte voor ruimteverwarming; 15 kWh per m² gebruiksoppervlak, per jaar.
Totale primaire energievraag; 120 kWh per m² gebruiksoppervlak per jaar.
(Al veel gebouwd in Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Zweden).
Standaard isolatiepakket (dia 15) [DWA Onderzoek, Haalbare CO2 reductie 2021] geeft nog altijd flink verbruik aan.
Afhankelijk van type woning van tussen de 45 en 75 kWh/m2 t.o.v. wenselijk geachte 15 kWh per m².
Bijna nog altijd 3 tot 5 x zoveel als wenselijk om écht energiezuinig te zijn.

Als je nu je huis met het standaardpakket isoleert kom je er vrijwel zeker niet toe om dat binnen een jaar of 10/15/20 opnieuw te doen.
Hoe lager de lambda waarde, des te beter de isolatiewaarde.
Lambda waarde wordt uitgedrukt in W/m.K.
(Warmteverlies in Watt per meter, per graad temperatuurverschil tussen beide zijden van het isolatiemateriaal).
Lambda waarde geeft de prestatie van een materiaal aan (ongeacht de dikte!!!).

De Rd-waarde wordt uitgedrukt in m2K/W.
De Rd-waarde van materiaal wordt berekend door dikte in meters te delen door de  Lambda (R=d/λ).
(60 mm glaswol met λ van 0,035 heeft een Rd-waarde van 1,71 (0,06/0,035).
150 mm komt uit op Rd van 4,28; 350 mm of 35 cm komt uit op Rd =10.

Rc-waarde geeft het totaal van alle Rd-waarden van alle lagen materiaal bij elkaar opgeteld.
(Stucwerk, binnenmuur, isolatiepakket, buitenmuur, eventueel stuclaag etc.).
Aerogels bestaan uit siliciumdioxide (kwarts).
Het materiaal is dampdoorlatend en waterafstotend.
En is ook milieuvriendelijk, warmte isolerend, geluid isolerend en onbrandbaar.
Goede kern bestaat uit pyrogeen kiezelzuur (silicium).
Kern wordt vacuümgetrokken en omhuld met lucht- en dampdichte folie.

De λ-waarde is 0,006     dus geeft 6cm (0,06: 0,006) =  Rd van 10. 
VIP’s volledig inkapselen met hard materiaal en zo beschermen tegen doorboren; dan is extra isolatiewaarde vrijwel weg
.
Poraboard is de ecologische bouwplaat voor het binnen en buiten.
Voor vloeren, plafonds en muren en plaat is direct af te werken.
Volledig ecologisch, op basis van 96% gerecycled glas.
10 mm dik, slechts 5 kg/m2 en erg sterk.
Eenvoudig te verwerken, snijden, schroeven of verlijmen.
Brandklasse B2, schimmelwerend, water resistent, geluiddempend tot 23 dB per zijde.
Isoleren van de schil door aanbrengen isolatiepakket op muren van de woning.
Op dit isolatiepakket handmatig steen strips lijmen.  
Of op de gevel aanbrengen van panelen met steen strips
.

Er zijn panelen die stenen en isolatie integreren in één systeem.
De steen strips worden tijdens productieproces onderdeel van de plaat en niet apart gelijmd.
Combinatie maximale isolatie met authentieke uitstraling van stenen gevel.
Platen, buitenhoeken, kozijnhoeken, sluitstukken en rollagen beschikbaar.

Prefab elementen zijn snel en het gehele jaar door te monteren.
Prefab elementen leveren een aanzienlijke besparing t.o.v. separate isolatie en handmatig aanbrengen van steen strip
s.
TEMPERATUUR IS BEHEERSBAAR EN VRIJWEL CONSTANT.
GEEN KOUDEVAL BIJ RAMEN, TOCHTVRIJ, VOCHTVRIJ, SCHIMMELVRIJ.
GEZOND WONEN DOOR PERMANENT FRISSE LUCHT.
Leidingen voor aanvoer en voor afvoer lopen door het hele huis.
Dat is extra lastig bij bestaande woningen met vaak ingrijpende bouwkundige en cosmetische maatregelen.

Ventilatie neemt veel vuiligheid uit de lucht mee. Ventilatieleidingen vervuilen per definitie door stofdeeltjes in de lucht.
Regelmatig schoonmaken van leidingen is nodig maar is lastig, ingrijpend en kostbaar.
Voorkom vocht en vet in afzuiglucht en ventilatieleidingen m.a.w. sluit keuken en badkamer niet aan op ventilatiesysteem.
In Nederland is standaard aansluiting op ventilatiesysteem helaas gebruikelijk i.v.m. rendement want daar zit warmte in de lucht.
In Amerika gaat lucht uit keuken en badkamer standaard rechtstreeks naar buiten.
TNO: veel fijnstof door bakken en braden blijft lang in huis hangen en vereist urenlang ventileren op hoogste stand.
Kanalen in WTW geven warmte uit binnenlucht af aan koude buitenlucht.
Voor efficiënt rendement van warmteoverdracht is goed geleidend materiaal nodig.
Uit kostenoverwegingen wordt toch vaak kunststof gebruikt i.p.v. aluminium of koper.
Vervuiling ligt op de loer als filters bij luchtinlaat niet goed functioneren en niet schoon zijn. 
Ideaal is aanvoer en afvoer van lucht per vertrek, sensor gestuurd op CO2, RV, en °C.
De Fresh-r is een effectieve WTW, ook als het vriest, dankzij het hoge rendement van de koperen wisselaar.
Systeem geeft een melding als reiniging van het filter (in afwasmachine) nodig is.
Optionele fijnstoffilter (hepa filter)
, stil/ geluidloos, gemiddeld verbruik 6 Watt.
NB Oude cijfers CBS 2016/2017

Planmatige aanpak is vereist. Hoogste prioriteit vaststellen en selecteren door analyse van:
Toekomstwaarde woningen, bouwperiode en bouwwijze, kwaliteit van de bouw, woonoppervlak, woonomgeving, voorzieningen etc.
Te groot oppervlak kan reden zijn voor interne herverkaveling met meer wooneenheden in hetzelfde bouwvolume.
Ook demografische ontwikkelingen en verhouding eengezins-/ meergezinswoningen worden meegewogen.
Garandeer comfort, woongenot, besparingen, financieringslast, en kwaliteit van materiaal en de uitvoering.
Kies voor een gebouw gebonden financiering en een lange afschrijvingsperiode, zodat lage lasten zijn gegarandeerd
1 m3 gas staat ongeveer gelijk aan 10 kWh, 1250 m3 gas is dus 12.500 kWh.
Vermogen van PV-paneel wordt aangegeven in Wp. 
Onder optimale omstandigheden levert een paneel ongeveer 85% van het vermogen aan kWh (gemiddeld over levensduur)
Huidige techniek zit aan limiet van opbrengst maar door nieuwe ontwikkelingen/ materialen zoals Perovskiet verdere groei te verwachten
PV-panelen als dakbedekking maken dakpannen overbodig,
Er zijn ook verschillende uitvoeringen beschikbaar die gevelmaterialen vervangen.
Op met rode pannen gedekte daken vallen gekleurde PV-panelen minder op.
Schermen van PV-panelen schuiven voor de ramen als zonwering.
Ook PV-panelen die met de zon meedraaien en gevel zelf in de ‘schaduw’ zetten.
PV-film maakt lange banen aan de gevel of op het dak mogelijk.
Terugleveren van overschot aan zonne-energie is weldra financieel niet meer aantrekkelijk.
Overschot ontstaat overal tegelijk en vraag neemt dan af doordat partijen zelf hun energie opwekken met PV-panelen.
Oplossing vormen energieopslagsystemen voor gebruik op later tijdstip of elders.
Opslagsystemen maken ook kostbare verzwaring van het elektriciteitsnet overbodig.
De zon kent niet alleen een vast dag en nacht ritme en een wisselende intensiteit in de seizoenen.
Ook varieert de intensiteit en dus energieopbrengst iedere maand van ieder jaar.
Dit maakt seizoensopslag en extra langdurige energieopslag in de vorm van waterstof op termijn steeds aantrekkelijker.
Hoe meer PV-panelen des te meer energie opslagen kan worden om tekorten en donkere en koudere maanden te dekken.
De verschillende batterijen hebben allemaal specifieke voor- en nadelen.
Het gebruik van grondstoffen, de constructie en mogelijkheid van hergebruik en recycling moet in de keuze zwaar wegen.
De Vanadium redoxflow batterij is een efficiënte manier om elektrische energie via redoxreacties op te slaan als chemische energie.
In de batterijsystemen is dit proces uiterst compact ondergebracht en te configureren voor elke toepassing.
Het hart van de batterij bestaat uit zogenoemde stacks, gestapelde cellen met in elke cel een positieve en negatieve elektrode.
Deze zijn gescheiden door een membraan dat ionen door kan laten en voorkomt dat de elektrolyten mengen.
Hoe meer cellen en hoe meer stacks, des te groter is het vermogen (kilowatt) dat de batterij levert.
De energieopslag vindt plaats in twee tanks met vloeibare elektrolyt op basis van Vanadium.
Hoe meer elektrolyt en hoe groter de tanks, des te groter de opslagcapaciteit (kilowattuur) van de batterij.

Bij het opladen geven ionen in de tank met de positieve elektrolyt een elektron af dat via het membraan in de tank met negatief elektrolyt komt. Zo wordt de elektrische energie daar opgeslagen als chemische energie. Bij het ontladen van de batterij gebeurt het omgekeerde.
Vanadium is zeer geschikt voor de redoxflow batterij omdat de elektrolyt niet kan worden vervuild en geen corrosie veroorzaakt.
Groot nadeel vormen de kosten van het membraan en het feit dat het vanadium niet overal beschikbaar is.

De RUG, de TU/E en de TU Denemarken ontwikkelden een flowbatterij met een stabiel molecuul dat elektronen kan accepteren én doneren.
De meest geschikte verbinding was een Blatter radicaal, een bipolaire organische verbinding.
Dit biedt een oplossing voor de kosten van het membraan en de beschikbaarheid van vanadium.
Professor Donald Sadoway van het MIT heeft een opslagsysteem ontwikkeld waarbij metalen en elektrolyt in vloeibare vorm moeten zijn
Hij gebruikt elektroden van magnesium (Mg) en antimoon (Sb) met een elektrolyt bestaande uit chloriden van magnesium, natrium en kalium. 
De batterij moet bij zeer hoge temperaturen werken om reacties te laten plaatsvinden.
Dit maakt zeer hoge stroomdichtheden mogelijk wat de batterij van vloeibaar metaal geschikt maakt voor toepassingen in het elektriciteitsnet.
De technologie levert hoge stroomdichtheden per cel die ongeveer tien keer beter zijn dan conventionele cellen.
Het opslagsysteem kent een lange levensduur en is modulair op te schalen tot multi-mega Watt capaciteit.
De batterij kent een eenvoudige constructie, gebruikt goedkope actieve materialen en heeft een reactietijd van milliseconden.
Een batterijbeheersysteem (BMS) is niet vereist.
De ontwikkelingen om de prestaties te verbeteren gaan onverminderd door zodat ze op grote schaal commercieel kunnen worden ingezet.
Dit plaatje dateert nog uit de tijd dat we bij de provincie en TU/E werkten aan de eerste “utility centers”.
We gingen toen nog uit van PVT-panelen en in iedere woning een kleine huisbatterij (10 -15 kWh).
Ook dachten we aan een boilervat (1000 liter) voor douche/bad en hot fill wasmachine en afwasmachine.
Het overschot van elektriciteit en warmte moest naar een collectieve opslagsystemen voor gebruik op later moment.

Door de wens het gebruik van grondstoffen te minimaliseren en de haalbaarheid van all electric maakte de warmteboiler overbodig en inefficient. Een enkel elektrisch energiesysteem optimaliseert het gebruiksgemak voor bewoners.
Goede opslagsystemen voor elektriciteit, de inductieverwarmingsketel (CVi) en doorstroom-verwarmer bieden nu een totaaloplossing.
Het Utility Center (UC) werkt voor groepen woningen, met daarin steeds wisselende samenstelling bewoners met steeds ander gedrag. 
Ieder huis wekt met PV zoveel mogelijk zonne-energie op, vult de eigen kleine huisbatterij en men gebruikt wat men direct nodig heeft.
Het overschot gaat in het collectieve opslagsysteem van het UC, waarbij bij een volle batterij het overschot wordt omgezet in waterstof.
De verschillende UC’s kunnen voor een ultieme balans gekoppeld worden. Zo raak je gezamenlijk onafhankelijk van het net
Via een VvE houden de bewoners grip op de keuze van de partij aan wie financiering, levering en beheer in opdracht wordt gegeven.
Het omzetten van een overschot aan elektrische energie in waterstof biedt veel voordelen.
Zo wordt materiaalgebruik voor extra batterijcapaciteit vermeden, is het benodigde volume veel kleiner, en zijn de kosten veel lager.
Opslag van waterstof kan onder atmosferische druk in containers van natuurvezel versterkte composiet, gevuld met metaalhydriden of hydrazine.
Elestor wil een ​​opslagsysteem bouwen met de laagst mogelijke opslagkosten per kWh. 
Het Arnhemse bedrijf bouwt voort op technologie die decennia geleden door NASA is ontwikkeld: de redoxflow-batterij. 

Redoxflow-batterijen ‘slaan’ elektronen op in een chemische verbinding, die wordt gesynthetiseerd bij een overmaat aan elektriciteit.  
De elektronen komen vrij wanneer dat nodig is door dezelfde chemische reactie in omgekeerde volgorde. 
De stroomaccu van Elestor zet waterstofbromide tijdens het opladen om in waterstof en broom. 
Deze actieve materialen zijn gemakkelijk verkrijgbaar, goedkoop en maken zowel een hoge energie- als vermogensdichtheid mogelijk.
De Battolyser, een spin-off van de Technische Universiteit Delft (TU Delft),
Dit apparaat slaat elektriciteit op, maar kan ook water splitsen in waterstof en zuurstof wanneer het volledig is opgeladen. 
Een combinatie van een gewone batterij en een elektrolyser kan hetzelfde, maar
de battolyser “doet het beter en tegen lagere kosten in situaties waar het er echt toe doet”.

Conventionele elektrolysers kunnen immers niet gemakkelijk aan en uit kunnen worden gezet,
maar de battolyser kan onmiddellijk schakelen tussen waterstofproductie en het ontladen van de batterij. 
Grootschalige opslag elektriciteit is niets nieuws, alleen nog onbekend in Nederland.
Waterstof wordt een zeer belangrijke pijler onder de onze economie. In het transport is al in gebruik voor bussen, vrachtwagens en schepen.
Een toekomstbestendige fiets op waterstof wed ontwikkeld via een studieproject.
Twee simpele tankjes gevuld met metaalhydride aan de zadelstang zorgen voor opslag waterstof onder atmosferische druk
De brandstofcellen zijn in het frame ingebouwd. De fiets heeft een actieradius van 2000 km.

Een toekomstbestendig alternatief voor verzwaren van het elektriciteitsnet.

De capaciteit van het elektriciteitsnet in Nederland is decennialang bepaald door de transportbehoefte van enkele productielocaties met grote energiecentrales naar vele verspreid liggende afnemers in ons land. De overstap van die grote kolen- en gascentrales naar hernieuwbare energiebronnen betekent een omschakeling naar decentrale opwekking, verspreid over vele locaties in steden en regio’s. Dit gegeven zet vraagtekens bij nut en noodzaak van een centraal uitgelegd en beheerd elektriciteitsnetwerk. Hoe constructief en toekomstbestendig is het voornemen om dit, in principe inmiddels achterhaalde, netwerk de komende decennia voor vele miljarden te verzwaren, aan te passen en uit te breiden?

Volgens Enexis moeten de gezamenlijke netbeheerders vóór 2050 zelfs zo’n 60.000 tot 80.000 kilometer kabel ingraven. Dat is 1,5 tot 2 keer de wereld rond, kost aardig wat koper en andere grondstoffen en al die graafwerkzaamheden vergen ook veel extra energie en menskracht.

Huidige energienet frustreert opwekken duurzame energie.

Door de opbouw en capaciteit van het netwerk hebben netbeheerders momenteel steeds meer problemen om opwekkers van duurzame energie op het elektriciteitsnet aan te sluiten.

De capaciteit van de aanwezige kabels en de bijbehorende infrastructuur, zoals verdeelstations en distributiekasten, is ontoereikend om het extra aanbod duurzaam opgewekte energie te verwerken en te transporteren. Dit ongeschikte elektriciteitsnet dwarsboomt inmiddels duizenden duurzame energieprojecten. En dat terwijl de doelstellingen van de energietransitie juist een snelle omschakeling naar duurzame energiebronnen vereisen!

Risico’s en effecten van centrale energienetwerken. 

Wat is de reden dat een lokale of regionale gemeenschap zich, in een veranderende wereld waarin elektrische energie vooral decentraal wordt opgewekt, opnieuw afhankelijk maakt van een centraal beheerd en feitelijk gedateerd netwerk? Een dergelijk centraal aangestuurd en spoedig geheel achterhaald netwerk is nu al erg gevoelig voor sabotage, kabelbreuken, ontregelende cyberaanvallen of overstromingen. En waarom zou je het risico willen lopen dat in de toekomst bij grote verschillen tussen vraag en aanbod, een energieleverancier of netbeheerder bepaalt tegen welke prijs aan wie, waar en hoeveel elektriciteit wordt geleverd? Dat gebeurt, bij onverwachte tekorten en grote verschillen tussen vraag en aanbod, elders in wereld nu al. Dergelijke bemoeienissen van energiebedrijven moeten we zien te voorkomen!   

Microgrids als beproefd alternatief en fundamentele oplossing

In Amerika en Australië heeft men door bosbranden, orkanen en overstromingen inmiddels ruime ervaring met de gevolgen van het langdurig uitvallen van de energievoorziening door problemen met grote en centrale elektriciteitsnetwerken. Daar werken gerenommeerde bedrijven als Siemens, Schneider Electric en Bloom Energy aan een fundamentele oplossing voor dit probleem, door zogenoemde ‘microgrids’ te realiseren. Opslagsystemen met enorme vermogens en capaciteiten maken standaard deel uit van deze microgrids. Vooral in Texas en Californië is er veel aandacht voor de aanleg van microgrids. De voordelen zijn daar overtuigend gebleken: ze bieden leveringszekerheid en bovendien leiden ze tot lagere kosten en een hoger rendement op de infrastructuur.

Hernieuwbare energiegemeenschappen

Maar ook België werkt aan de invoering van een systeem van microgrids. Daar werken bedrijven samen in ‘hernieuwbare energiegemeenschappen’, waarbij productie- en opslagcapaciteit worden gedeeld en momenten van energieverbruik goed op elkaar worden afgestemd. Een smart-microgrid-technologie zorgt ervoor dat deze samenwerking digitaal en automatisch wordt aangestuurd. Het zal niet verbazen dat de eerste projecten vooral bedrijven uit de logistieke sector betreffen. Nog afgezien van de hoge gesloten gevels waaraan nu of in de nabije toekomst extra zonnepanelen bevestigd kunnen worden bieden alleen de daken van die distributiecentra al meer dan voldoende ruimte voor het grootschalig opwekken van energie met zonnepanelen. De opgewekte energie die men niet direct en niet zelf gebruikt gaat naar andere deelnemers of verdwijnt in opslagsystemen, voor gebruik op een later tijdstip. Deze energie is in te zetten om prijsschommelingen af te vlakken, transportmiddelen en productieprocessen vérgaand te elektrificeren of zelfs om aan netbeheerders te verkopen als de vraag het aanbod overtreft.

Stationaire opslagsystemen hebben meerdere voordelen

Bij opslagsystemen voor elektriciteit denken velen allereerst aan Li-ion batterijen, die door hun hoge energiedichtheid bekend zijn van gebruik in mobiele systemen als gsm en elektrische auto.

Voor grondgebonden objecten en toepassingen is “mobiliteit” geen criterium waardoor voor gebruik in de gebouwde omgeving andere, meer geschikte, opslagsystemen in beeld komen.  Van de stationaire systemen is de energiedichtheid weliswaar lager en dus is ten opzichte van mobiele systemen met gelijke capaciteit het volume wat groter.

Gedwongen door de geringere energiedichtheid is het alleen al uit kostenoverwegingen noodzakelijk om bij de ontwikkeling van stationaire opslagsystemen veel aandacht te besteden aan de beschikbaarheid, de recyclebaarheid en de gevolgen voor het milieu van het winnen en verwerken van de grondstoffen die in de systemen worden gebruikt. Daarom zijn er voor de productie van stationaire opslagsystemen, als bijvoorbeeld de Flow battery en de LiquidMetal battery, veel minder en minder kritische grondstoffen nodig. Bovendien is de opslagduur weer (veel) langer, de ontladingssnelheid hoger, het aantal laad en ontlaad cycli veel groter, de levensduur veel langer en de brandbaarheid afwezig en het gebruik veiliger.

Maar ook voor stationaire opslagsystemen geldt dat zij zijn gebaat bij een capaciteit die goed is afgestemd op het verwachte gebruik, de intensiteit en het aantal ladingen en ontladingen.

Het is efficiënt wanneer meerdere bedrijven met verschillende capaciteiten voor productie van energie en uiteenlopende verbruiksprofielen gezamenlijk gebruik maken van een collectief opslagsysteem. Dit biedt bovendien als extra voordeel de mogelijkheid om, bij een volledig geladen batterij, het extra energie-aanbod efficiënt om te zetten in waterstof en op te slaan voor gebruik op een later moment. Inmiddels is zelfs al het in Nederland ontwikkelde Battolyser® systeem op de markt waarin batterij en elektrolyser in een installatie zijn gecombineerd.

Waterstof als ultieme lange termijn opslag

Voor de langere termijn is het belangrijk dat dankzij diverse innovatieve ontwikkelingen enorme verbeteringen worden bereikt bij het energetisch efficiënt produceren en opslaan van waterstof. Het is nu al relatief eenvoudig om waterstof, onder atmosferische druk, langdurig op te slaan in met vezel versterkte kunststof containers die zijn gevuld met metaalhydriden, ‘powerpaste’ of de vloeibare waterstofdrager hydrozine. Met deze waterstof krijgen de deelnemende partijen de mogelijkheid de door henzelf geproduceerde en opgeslagen energie in hun productieprocessen en systemen toe te toepassen op door hen gewenste tijdstippen voor het leveren van elektriciteit dan wel warmte. Bovendien zijn deze containers met waterstof makkelijk en veilig op te slaan en zijn ze veilig te vervoeren, zodat de energie desgewenst ook elders kan worden ingezet. Deze optie is met name interessant voor partijen op bedrijventerreinen en in het buitengebied waar de vraag beperkt is maar de productie groot is zodra zij de grote daken van agrarische bedrijfsgebouwen en productie- en distributiecentra vol leggen met zonnepanelen. Dat geldt ook voor de eigenaren van zonneparken, die nu soms jarenlang op een aansluiting op het energienet moeten wachten.

De keuze voor een batterij in combinatie met waterstofproductie maakt onmiddellijk een einde aan de afhankelijkheid van de capaciteit van het elektriciteitsnetwerk en van de netbeheerder.

‘Terug leveren’ op termijn economisch absoluut oninteressant

Het ‘salderen’ of ‘terug leveren’ van opgewekte zonne-energie aan het elektriciteitsnet zal -zeker op termijn- financieel heel weinig of niets opleveren. Wanneer de productie van energie via PV-panelen veel verder groeit ontstaat in kortere of langere perioden met veel zon een kortstondig maar gigantisch “overschot” aan zonne-energie die men aan het net wil terug leveren. Ook bedrijven zullen in die situatie het grootste deel van de eigen energievraag met hun eigen zonnepanelen dekken.

Daardoor zal de elektriciteitsvraag minimaal zijn en zullen de huidige energiebedrijven bij een dergelijk groot aanbod er geen of slechts een verwaarloosbaar lage vergoeding voor willen betalen. Ook een ‘negatieve opbrengst’ is dan niet uitgesloten. Omgekeerd zullen energiebedrijven de hoofdprijs in rekening brengen op het moment dat er sprake is van een grote vraag en het aanbod van energie laag is. Vraag en aanbod bepalen de prijs, een principe dat nu al goed tot uiting komt in het tarief voor ‘piekbelasting’. En dankzij de ‘slimme meter’ is van iedere aangesloten gebruiker het verbruik in de dure uren bij de energiebedrijven tot op de seconde bekend.

Collectiviteit van een Vereniging van Eigenaren biedt voordelen  

Met deze ontwikkelingen in de energiemarkt en de beschikbaarheid van steeds meer geschikte opslagsystemen ligt het voor de hand dat ondernemers, net als elders en zeker op termijn, kiezen voor individuele en kleinere opslagsystemen, met alle risico’s en exploitatielasten van dien. Het maakt hen onafhankelijk van ‘het net’ en dus ongevoelig voor prijsschommelingen. Zij kunnen hun eigen zonne-energie optimaal op de door hen gewenste momenten gebruiken.

De ondernemers in zogenoemde “lokale energiegemeenschappen” maken samen gebruik van één collectief opslagsysteem met een optimale capaciteit en automatische sturing. Dit levert zowel bedrijfseconomische als grote ecologische, maatschappelijke en macro-economische voordelen op. De onderlinge uitwisseling voorkomt opslagsystemen met suboptimale capaciteit en het gebruik van veel extra energie en materiaal voor talloze kleine systemen.  

De deelnemers in een Nederlandse ‘Lokale Energie Gemeenschap’ kunnen zich organiseren in een ‘Vereniging van Eigenaren’ en de levering, installatie, beheer en onderhoud in opdracht geven aan daartoe gespecialiseerde partijen. Dankzij hun deelname aan een lokale energiegemeenschap genieten ze bedrijfseconomische voordelen omdat zij investerings-, beheers- en onderhoudskosten als service kunnen inkopen.

Het realiseren van een microgrid met energieopslag is overigens een uitgelezen activiteit voor parkmanagementorganisaties van bedrijventerreinen. Opdrachtgevers en klanten stellen tegenwoordig eisen aan de ‘duurzaamheid’ van hun partners en leveranciers. Zelfs de kleinere ondernemers op een bedrijventerrein kunnen als ‘energiegemeenschap deelnemer’ aan deze eisen tegenmoet komen en bij opdrachtgever en klant een actieve bijdrage presenteren en zo een positief imago bewerkstelligen.

Kosten verzwaren energienet niet afwentelen op huishoudens

De ontwikkelingen rondom de implementatie van microgrids en stationaire opslagsystemen maken de inzet van enorme budgetten om het elektriciteitsnet overal te verzwaren en uit te breiden tot een zeer risicovolle operatie. Daar komt bij dat de kosten van het netbeheer op alle gebruikers worden verhaald waarbij vooral huishoudens en klein zakelijke consumenten het grootste deel van de rekening krijgen gepresenteerd. Voorkomen moet worden dat de kosten van dergelijke investeringen op termijn geheel worden afgewenteld op de huishoudens omdat bedrijven op grote schaal overschakelen op zelfvoorziening.

Helaas is het gebruik van energie in sommige bedrijven en bedrijfstakken zonder fundamentele aanpassing van bijvoorbeeld het productieproces niet snel of substantieel te verlagen. Voor die bedrijven moet gaan gelden, dat alle kosten voor opwekken, aanvoer en eventueel ook opslag van duurzame energie vanaf bijvoorbeeld de Noordzee volledig en alleen aan hen direct worden doorberekend. Dat zou al direct in kunnen gaan voor de verschillende datacenters die zich hier hebben gevestigd. De kosten voor het verzwaren en uitbreiden van het energienetwerk komen dan rechtstreeks op hun economische bordje terecht. Gegarandeerd dat dat invloed heeft op de bedrijfseconomische en interne afwegingen. Huishoudens en relatieve kleinverbruikers blijven dan op termijn gevrijwaard van een extra verhoging van de kosten voor het netbeheer.    

Prijsprikkel om besparen en duurzaam opwekken van energie te stimuleren

Het is noodzakelijk dat ook het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties het gebruik van energie structureel en fundamenteel verlagen. De overheid kan dat met strikte regelgeving en stevige prijsprikkels sturen en stimuleren. Een fikse maar eerlijke verhoging van de Regulerende Energie Belasting en Opslag Duurzame Energie voor verbruikers van meer dan 100.000 kWh, zorgen er vanzelfsprekend voor dat bedrijven gaan investeren in het besparen, het opwekken en het opslaan van energie. Op bedrijventerreinen zijn microgrids relatief eenvoudig te realiseren waarop dan daarin gespecialiseerde marktpartijen ‘opslagsystemen op maat’ kunnen aansluiten.

Buurtbatterij

Natuurlijk spreken de effecten van energieopslag voor veel verbruikers als bedrijven, grotere organisaties en instellingen het meest tot de verbeelding. Maar ook voor huishoudens geldt dat zij met een microgrid en een collectief opslagsysteem voor buurt of wijk zowel veel ecologische als financiële voordelen kunnen bereiken. Met een afbouw van de salderingsregeling in het verschiet, een enorme afhankelijkheid van het elektriciteitsnet en te verwachten elektriciteitsprijs per uur gebaseerd op vraag en aanbod doen de voordelen van een grotere onafhankelijkheid   

van het elektriciteitsnet toenemen.

Veel eigenaren van PV-installaties hebben het geïnstalleerde vermogen afgestemd op het verbruik. Met een vergoeding voor een terug geleverde kWh van maximaal 4 à 5 cent zou een investering in extra panelen niet renderen. Helaas werd het gewenste vermogen niet gebaseerd op de lagere productie en het hogere verbruik in voor- of naseizoen, laat staan de winterperiode.

Toch zou het schelen als iedereen zijn geschikte dakoppervlak volledig zou benutten om er PV-panelen op aan te brengen. Het ongebruikte overschot zou via het microgrid in de buurt of wijk tijdelijk in de buurtbatterij verdwijnen om later weer te worden gebruikt. Afhankelijk van de woning oriëntatie en dakoppervlakken wordt de capaciteit van de buurtbatterij bepaald en wordt er een productie-unit voor waterstof aan gekoppeld. De buurtbewoners zijn via hun Vereniging van Eigenaren betrokken bij de selectie, de installatie en het beheer van het volledige systeem. Zij geven de werkzaamheden in opdracht aan de marktpartij die de meeste en beste garanties geeft voor een duurzaam, effectief en financieel aantrekkelijk systeem.

Het spreekt voor zich dat ook maatschappelijke gebouwen in de betreffende buurt deel kunnen nemen. Juist scholen, mits goed is geïsoleerd, verstevigen de basis onder het systeem omdat zij in de zomermaanden, met veel zonne-energie, zijn gesloten en in de avonduren nagenoeg geen stroom gebruiken. In de koude perioden draait de verwarming van de school op waterstofketels. 

Duidelijk is dat er meerdere mogelijkheden zijn de capaciteitstekorten op het energienet op korte en langere termijn fundamenteel op te lossen zonder een eenzijdige focus op netverzwaring.

In de (voor-) financiering van microgrids en energieopslagsystemen kunnen de Nederlandse pensioenfondsen een belangrijk deel van hun 1500 miljard euro aan beheerd vermogen op een financieel en maatschappelijk rendabele wijze voor de toekomst verantwoord inzetten.  Met enkele simpele afspraken met de rijksoverheid moet de financiering snel op een voor iedereen aantrekkelijke wijze zijn te regelen!!!

Sociaal maatschappelijke uitweg uit energie-armoede.

De laatste tijd loopt de prijs voor energie razendsnel tot grote hoogte op. Menig gezin zit hierdoor al in grote financiële problemen of komt in nog grotere problemen terecht. Er zijn al reeksen van goedbedoelde ‘oplossingen’ langsgekomen. Algemene eendimensionale maatregelen als een subsidie op gas en elektriciteit of het afschaffen of verlagen van de BTW op energie lijken aardig maar zijn, bezien vanuit de armoedeproblematiek, niet selectief genoeg.

Fundamentele beperking van de vraag blijft uit

Essentieel in de huidige situatie is zowel voor de korte als langere termijn een fundamentele, structurele en permanente daling van de vraag naar energie. Nederland kan onmogelijk blijven voldoen aan de “u vraagt, wij draaien” benadering. Er zijn grenzen aan de mogelijkheden.

De verantwoordelijkheid voor en de uitvoering van maatregelen om het klimaat te beschermen, de energievraag terug te dringen en minder grondstoffen te gebruiken, heeft de regering helaas jarenlang voor zich uitgeschoven en feitelijk neergelegd bij “de markt”.

Het bedrijfsleven heeft zijn eigen zorgen en belangen

Alsof “de markt” – in wezen het bedrijfsleven – zich op voorhand rekening houdt met en zich iets gelegen laat liggen aan de sociaal maatschappelijke problemen en effecten van zijn handelen. Steeds was het de overheid die met wetgeving de vervuiling van lucht en water door ‘de markt’ een halt moest toeroepen. Ook tegen de vervuiling van de bodem en grondwater door de stort van reststoffen en afvallen moest de rijksoverheid tegen het bedrijfsleven in het geweer komen.

Het is voorspelbaar: het bedrijfsleven heeft als belangrijkste doel, zijn voortbestaan op langere termijn veilig te stellen. Daardoor wordt het maken van winst, liefst zo veel mogelijk, vooral om de aandeelhouders tevreden te houden, het belangrijkste in het bedrijfsbeleid. De consequenties van dat beleid men de daarop gebaseerde bedrijfsvoering voor mens, natuur, leefomgeving en klimaat zijn daaraan ondergeschikt. Voor het herstel van de vaak desastreuze gevolgen laat dat bedrijfsleven met volle overtuiging en graag de overheid, dus uiteindelijk de burger opdraaien.

Niet de vervuiler maar de kleinverbruiker betaalt de rekening

Erger nog; de overheid heeft met haar beleid het ‘de markt’ in al die jaren erg makkelijk gemaakt om verspillend en weinig zorgvuldig om te gaan met grondstoffen en energie.

Zo heft de overheid een Regulerende Energie Belasting en een Opslag Duurzame Energie over de gebruikte elektriciteit en die is voor bedrijven, de grootverbruikers, tot 98% lager dan voor huishoudens en kleinverbruikers (€ 0,00129 per kWh voor bedrijven tegen € 0,08142 per kWh voor huishoudens). Voor gas is het iets minder dramatisch. Daarvoor betalen grootverbruikers slechts tot 91,8 % minder aan heffingen/BTW per m3 aardgas dan huishoudens/kleinverbruikers. (€ 0,04426 per m3 voor bedrijven tegen € 0,54416 per m3 voor huishoudens).

Prijs als stimulans om vraag te reduceren ontbreekt.

De energieheffingen zijn voor grootverbruikers in het totale kostenpakket verwaarloosbaar. Energie is nu geen kostenpost van doorslaggevende betekenis en zolang winstmaximalisatie leidend is, is natuurlijk direct duidelijk waarom bedrijven/ondernemers niet op grote schaal investeren in isoleren, zuiniger machines en het opwekken van duurzame energie op de daken van hun bedrijfspanden. Er is voor hen nauwelijks voordeel te behalen omdat het rendement van de investering, lees de besparing op energiekosten, in hun benadering veel te laag is.

Tel daarbij op de opvatting dat de terugverdientijd van een investering maximaal enkele jaren mag zijn en je weet dat je, als het om klimaatmaat beschermende maatregelen gaat, zonder forse prijsprikkel of strikte en verplichtende regelgeving, van het bedrijfsleven als geheel weinig tot niets hoeft te verwachten.

Daar komt nog bij dat veel producten en diensten, ’aantrekkelijk geprijsd’, dankzij de lage heffingen op energie, door het bedrijfsleven worden geëxporteerd. Omdat de inkomsten uit de REB, ODE heffingen voor bedrijven onevenredig laag zijn ten opzichte van de bedragen die de burger in rekening worden gebracht is het de Nederlandse burger die dus in feite de buitenlandse consument ‘subsidieert’.

Verkeerd signaal aan grootverbruikers

Erger nog: door de huidige regelgeving maak je het voor zeer energie-intensieve bedrijven en activiteiten zoals bijvoorbeeld datacenters wel heel erg aantrekkelijk om zich hier te vestigen. Nederland spant zich weliswaar in om het op grote schaal opwekken van duurzame energie met subsidies en regelingen aantrekkelijk te maken. Veel grote buitenlandse bedrijven spinnen daar trouwens ook grote klossen garen bij. En juist dankzij die inspanningen van de overheid kunnen nieuwe grootverbruikers, die rechtstreeks zakendoen met die energieproducenten, claimen dat hun nieuwe vestiging grotendeels draait op “groene energie”.

Deze gang van zaken heeft tegelijkertijd tot gevolg dat de overheid hierdoor de Nederlandse burgers opzadelt met de financieel-economische, sociaal-maatschappelijke en landschappelijke offers en kosten. Huishoudens en de kleine bedrijfsmatige gebruikers vissen achter het net, als het gaat om de koop van duurzaam opgewekte energie. 

‘De vervuiler betaalt’ gaat nog steeds niet op

Als je steeds meer energieverslindende grootverbruikers aantrekt door energieheffingen voor grootverbruikers onevenredig en dus belachelijk laag te houden, ga je de doelstellingen die je als land in internationaal verband hebt afgesproken natuurlijk nooit halen.

De oliecrisis liet eerder al de risico’s en de economische effecten zien wanneer je als land voor je energievoorziening veel te afhankelijk bent van monopolistische energiekartels. De leveringen werden beperkt en de prijzen rezen de pan uit. Afhankelijkheid van buitenlandse mogendheden is nog erger zo toont de huidige situatie met Rusland aan. Die zullen niet aarzelen om ook in de toekomst de levering van energie als druk- en chantagemiddel in te zetten om hun doelen te bereiken. Zo gaan buitenlandse mogendheden direct of indirect, aangemoedigd door de angst van de regering voor de prijseffecten bij een boycot van energieleveringen, ons eigen beleid en binnenlandse beslissingen beïnvloeden. Dat risico bestaat niet alleen voor de bekende leveranciers van olie en aardgas maar straks ook voor sommige landen waar men in zonovergoten gebieden op grote schaal waterstof wil gaan produceren.

Het beleid is er zogenaamd op gericht om altijd over goedkope energie te kunnen beschikken. Dan is het wel opvallend dat van de €0,80 tot €2,79 die je voor een m3 aardgas betaalt, €0,54 bestaat uit heffingen belasting. Dat is omgerekend 67,5 % tot nog altijd 19,3 % van de prijs!

Een ding is zeker; de goedkoopste energie is de energie die je niet gebruikt en dus niet hoeft te kopen of te produceren. Dat benadrukt opnieuw het belang van vergaande en goede isolatie.   

Drastisch beperken van de vraag naar energie via meer staffels in ODE en REB

Om minder afhankelijk te worden van externe energieleveranciers moet de vraag naar energie heel snel drastisch worden beperkt. Omdat iedereen daar zijn steentje aan moet bijdragen moeten alle beschikbare instrumenten op het gebied van regelgeving en financiële prikkels worden ingezet. Uitgangspunt daarbij moet zijn dat iedereen, huishoudens, ondernemers, organisaties en grootverbruikers, direct het (financiële) voordeel voelt wanneer minder energie wordt verbruikt. Dat is redelijk eenvoudig te realiseren door het aantal staffels, waarop de prijs voor de REB- en ODE-heffing is gebaseerd direct fors uit te breiden. En natuurlijk moet ook de hoogte van de heffingen voor partijen die veel meer gas en elektriciteit dan het gemiddelde huishouden gebruiken, meteen flink naar boven worden bijgesteld. Want ook zij kunnen bij beslissingen over voorkomen van energiegebruik intern wel een financiële stimulans gebruiken.

Uit wat rekenwerk (** zie bijlage) blijkt dat het al interessant is om de staffel voor huishoudens bijvoorbeeld per 300 m3 met bijvoorbeeld €0,03 en van 5.000 tot 10.000 m3 per 500 m3 gas te laten oplopen. Ook bij kleinere besparingen door maatregelen en/of gedrag kan men dan makkelijker in een staffel met een lagere prijs terecht komen.

Direct financieel voordeel bij lager energieverbruik

Zonder de burger, en zeker die met een kleinere beurs of minimale financiële bewegingsruimte, verder op kosten te jagen is het mogelijk energiearmoede tegen te gaan en de Nederlanders via financiële prikkels te stimuleren zijn energieverbruik structureel te verlagen en direct de energiebelasting voor kleinverbruikers te verlagen.

Het is een stimulans voor de meeste gebruikers wanneer het besparen van energie extra direct financieel voordeel oplevert en ook meteen zichtbaar is welk bedrag aan heffingen vervalt. Het is voor iedereen aantrekkelijk als men al met eenvoudige besparende maatregelen of simpele aanpassingen in gedrag direct in een staffel met een lager tarief terecht kan komen.

De huidige heffingen op gas bedragen bij een verbruik tot 170.000 m3 steeds €0,54 per m3.

Dat zet bij de Nederlander niet direct aan tot besparingen.  

Het gemiddeld gasverbruik per woning bedraagt 1200 m3 per jaar. Nu loopt het gasverbruik per soort woning, grootte en bouwperiode sterk uiteen. Dat verbruik varieert van gemiddeld 800 tot 3000 m3 met binnen iedere categorie natuurlijk grote uitschieters naar boven en naar beneden. Dat wordt veroorzaakt door het aantal bewoners, de kamertemperatuur overdag en s nachts, het aantal verwarmde kamers, het gedrag en meer van dat soort factoren.

Feit is dat het gemiddelde gebruik van aardgas per woning nu al jaren langzaam maar zeker daalt. Dat is vooral een gevolg van de betere isolatie van nieuwbouwwoningen die daarmee het gemiddelde verbruik van alle woningen naar beneden brengt. Ook energiebesparende isolatiemaatregelen in de bestaande bouw verlagen het gemiddelde energiegebruik per woning.

Voor de oudere woningen waaraan geen optimale isolerende maatregelen zijn getroffen geldt natuurlijk dat het verbruik niet automatisch daalt maar hoog blijft door de koppeling aan de lage isolatie-eisen die golden bij de bouw.

Tegengaan energie armoede

Je bent een pechvogel als je een slecht geïsoleerde woning huurt waaraan de corporatie of eigenaar/belegger voorlopig geen echt effectieve energiebesparende maatregelen wil treffen.

Alleen een opgelegde systematische en planmatige aanpak om complexen huurwoningen (sociaal én vrije sector) de komende tien jaar verplicht nagenoeg tot passiefhuisniveau te isoleren lijkt daar verandering in te kunnen brengen.

Als extra stimulans voor zowel eigenaren, huurders als bouwbedrijven kan de BTW op arbeid én materialen bij renovatie- en isolatiewerkzaamheden met minimaal de helft worden verlaagd.

Om huurverhogingen na renoveren/isoleren te minimaliseren of te voorkomen kan de “afschrijvingstermijn” van deze investeringen worden gekoppeld aan de nieuwe levensduur die na de renovatie/isolatiewerkzaamheden voor de woningen geldt.

De financiering van deze rendabele investeringen kan de overheid makkelijk organiseren door specifieke regelgeving zodat het een mooie en maatschappelijk wenselijke, bestemming wordt voor de vele miljarden die de Nederlandse pensioenfondsen beheren.

Bij het beoordelen van de kosten voor de staatskas dienen de vele sociaal maatschappelijke effecten nu eindelijk eens objectief meegewogen te worden en dan zal blijken dat die kosten ruimschoots worden goedgemaakt door de besparingen op kosten voor allerlei andere beleidsterreinen, als zorg, klimaat, energievoorziening,

Betrek de kosten van de voordelen van wonen in een gezond huis op de zorgkosten, het beperken van de kosten voor kosten opwekken, opslaan en distribueren van energie voor import en handelsbalans, het effect van het snel behalen van klimaatdoelstellingen, het creëren van extra tijd voor adaptatie aan klimaatveranderingen, de opbrengst van gegarandeerde werkgelegenheid, handhaven koopkracht en zo nog vele andere aspecten.

Bovendien kunnen ook de jaren durende en miljarden verslindende werkzaamheden om energienetten te verzwaren achterwege blijven. Daarmee blijft de burgers ook deze volgende forse verhoging van hun energienota bespaard.

Kortom

Zorg ervoor dat de vervuiler c.q. de gebruiker betaalt en dat er direct een extra significant financieel voordeel ontstaat als men zijn energiegebruik terugdringt.

Iedereen zal proberen door gedrag of kleine maatregelen hier voordeel uit te halen en zij die makkelijk kunnen investeren in energiebesparende maatregelen en het opwekken en opslaan van duurzame energie zullen dat zeker en ook snel doen!

Creëer een set maatregelen die een vanzelfsprekende snelle en optimale isolatie van de bestaande woningvoorraad, zonder problemen van welke aard dan ook, garandeert.

(**) Tabel ter toelichting

De staffel voor huishoudens loopt in dit rekenvoorbeeld van 0 tot 5.000 per 300 m3, en van 5.000 tot 10.000 m3 per 500 m3 met bijvoorbeeld €0,03 op. De tabel is bedoeld om het principe achter de benadering te verduidelijken. De getallen geven een indicatie en geen ‘harde’ bedragen.

De tabel toont dat pas vanaf een gebruik van 6.000 m3 de kosten van de heffingen direct toenemen ten opzichte van de huidige heffingen.

verbruik  m3 aardgashuidige heffingenREB ODE BTWkosten huidige  heffingen bij verbruik m3 aardgas m3 aardgas staffelvoorgestelde heffingen bij  staffelkosten heffingen bij staffel m3 aardgasverschil kosten huidige heffingen en voorgestelde staffelprijs
300€ 0,54€ 162,00300€ 0,03€ 9,00153
600€ 0,54€ 324,00600€ 0,06€ 36,00288
900€ 0,54€ 486,00900€ 0,09€ 81,00405
1200€ 0,54€ 648,001200€ 0,12€ 144,00504
1500€ 0,54€ 810,001500€ 0,15€ 225,00585
1800€ 0,54€ 972,001800€ 0,18€ 324,00648
2100€ 0,54€ 1.134,002100€ 0,21€ 441,00693
2400€ 0,54€ 1.296,002400€ 0,24€ 576,00720
2700€ 0,54€ 1.458,002700€ 0,27€ 729,00729
3000€ 0,54€ 1.620,003000€ 0,30€ 900,00720
3300€ 0,54€ 1.782,003300€ 0,33€ 1.089,00693
3600€ 0,54€ 1.944,003600€ 0,36€ 1.296,00648
3900€ 0,54€ 2.106,003900€ 0,39€ 1.521,00585
4200€ 0,54€ 2.268,004200€ 0,42€ 1.764,00504
4500€ 0,54€ 2.430,004500€ 0,45€ 2.025,00405
4800€ 0,54€ 2.592,004800€ 0,48€ 2.304,00288
5000€ 0,54€ 2.700,005000€ 0,50€ 2.500,00200
5500€ 0,54€ 2.970,005500€ 0,53€ 2.915,0055
6000€ 0,54€ 3.240,006000€ 0,56€ 3.360,00-120
6500€ 0,54€ 3.510,006500€ 0,59€ 3.835,00-325
7000€ 0,54€ 3.780,007000€ 0,62€ 4.340,00-560
7500€ 0,54€ 4.050,007500€ 0,65€ 4.875,00-825
8000€ 0,54€ 4.320,008000€ 0,68€ 5.440,00-1120
8500€ 0,54€ 4.590,008500€ 0,71€ 6.035,00-1445
9000€ 0,54€ 4.860,009000€ 0,74€ 6.660,00-1800
9500€ 0,54€ 5.130,009500€ 0,77€ 7.315,00-2185
10.000€ 0,54€ 5.400,0010.000€ 0,80€ 8.000,00-2600

Ook grotere verbruikers moeten met onmiddellijke ingang een realistische bijdrage leveren en daarom moet zowel het aantal staffels voor de REB en ODE als de hoogte van de heffingen toenemen. Vanaf 5.000 tot 10.000 m3 kan de staffelprijs met stappen van 1.000 m3 stijgen. Vanaf 10.000 tot 200.000 m3 neemt de staffelprijs per 10.000 m3 toe en vanaf 200.000 tot 1.000.000 m3 kan dat met 100.000 m3 oplopen. Daarna loopt de staffel en prijs per 1.000.000 m3 op. Met bedrijven die meer dan 10.000.000 m3 verbruiken zou de overheid een overeenkomst moeten sluiten, waarin te behalen besparingsdoelen en de deadlines daarvoor zijn vastgelegd.

Ondanks het feit dat de huidige ODE en REB-heffingen voor grootverbruikers nu al vele jaren veel te laag zijn, is het desondanks – uit macro-economische overwegingen – redelijk om de invoering en stijging van de staffelprijzen geleidelijk te laten verlopen en het beoogde eindtarief voor de komende jaren tijdig te publiceren. Op die manier krijgen ondernemingen bij investeringsbeslissingen een beter zicht op de te verwachten effecten.