ACHTERGROND BIJ BLOG KERNENERGIE

Kernenergie: 
Duurzaam, betaalbaar en toekomstbestendig?  Dat ligt net even anders! 
En zou je het dan toch nog moeten willen??

Sinds kort wordt weer gelobbyd voor kernenergie, met als argument dat bij de elektriciteit uit kerncentrales geen CO2 uitstoot plaatsvindt en dat kernenergie de hoge kosten voor energiebesparende maatregelen en duurzame energieopwekking in ieder geval beperkt en wellicht kan voorkomen. Kortom, kernenergie zorgt ervoor dat de CO2 doelstelling wordt gehaald.

Ik verbaas me over de pleidooien voor nieuwe kerncentrales en heb in eerste instantie voor mezelf, oudere en recente gegevens opnieuw op een rij gezet.

Dit om me een actueel beeld kunnen vormen van de juistheid van de beweringen over:

1. duurzaamheid en vrij van COuitstoot

 2. goedkope elektriciteit 

3. toekomstbestendigheid.

Wat niet

Ik ga het niet hebben over thoriumreactoren, kweekreactoren, kiezelbedreactoren of kernfusiereactoren.  Bij deze systemen gaat het steeds om net weer iets andere grondstoffen, werkwijzen en/of technische en maatschappelijke effecten en aspecten. Veel van deze opties zijn op ecologische, technische of financieel / economische gronden al zo goed als zeker verworpen of afgeschreven.

Voor sommige genoemde reactortypen gaat het volgens de deskundigen die er nog steeds aan werken nog meerdere decennia duren voordat deze technisch uitontwikkeld en commercieel beschikbaar zijn.

Die tijd is er niet want de opdracht is toch echt om in 2050 CO2 neutraal te zijn.

Ik ga het ook niet hebben over de oppervlakten en vrije ruimte die rondom installaties nodig is, over de eventuele gevolgen en risico’s, over de bouw en het beheer van de gebouwcomplexen, het transport en het materiaalgebruik voor het verpakken van licht en zwaar radioactief afval over ‘tijdelijke’ en later een “definitieve” opslag van radioactief afval..

Ik ga het ook niet hebben over de risico’s op calamiteiten in of bij kerncentrales door natuurgeweld, technisch falen of menselijk handelen en de oorzaken, gevolgen of financiële consequenties daarvan. 

Ook laat ik de gevolgen van de mogelijke inzet van ‘verrijkt’ uranium/plutonium voor kernwapens hier verder onbesproken.

1. Duurzaam en vrij van CO2 emissie?
Dat ligt toch net even anders! 

De maatschappelijke effecten en economische gevolgen van de mondiale Klimaatcrisis zorgen inmiddels langzaamaan voor het besef dat we ons een veel duurzamere levenswijze zullen moeten aanmeten. Nederland heeft samen met de andere 192 lidstaten van de Verenigde Naties (VN) D at komt nog eens tot uiting in de Sustainable Development Goals die door de 193 zijn vastgesteld om een einde te maken aan de extreme armoede, ongelijkheid, onrecht en klimaatverandering.

Duurzaam wil zeggen dat ‘de mens’ in zijn behoefte voorziet zonder natuurlijke bronnen uit te putten en zijn leefmilieu, zwaar of onherstelbaar te belasten.
En van duurzaamheid is bij het gebruik van elektriciteit uit kerncentrales in ieder geval geen sprake!  

  1. Kerncentrales draaien op uraanerts dat slechts op enkele plaatsen via mijnbouw, economisch verantwoord is te winnen. De voorraad nog te delven uraanerts is beperkt, kan uitgeput raken en is eindig. Daarom valt kernenergie per definitie niet in de categorie “duurzame energie”.
  2. Het delven, bewerken en verrijken van uraanerts, produceren van splijtstofstaven, opwerken van uitgewerkte brandstofstaven, opslaan van nucleair afval en bouwen, ontmantelen en slopen van verrijkingsfabrieken en kerncentrales, zorgen voor forse COemissie en ongekende milieueffecten.
  3. Bij het delven van erts stoten dieselmotoren van machines, graaf- en transportwerktuigen CO2 uit.
  4. Een ton uraanerts bevat gemiddeld zo’n 0,1% uranium: ongeveer 1 kilo uranium per ton erts. Echter met de noodzakelijke chemische processen is uit 1000 kilo erts maar een kleine 500 gram uranium vrij te maken. Het verbruik van ca. 55.000 ton uranium vergt jaarlijks het bewerken van 110 miljoen ton uraanerts. Er is maar weinig erts met 0,1% uranium. Voor 500 gram uranium uit minder rijk erts vereist nog meer uraanerts. Met een forse toename van de -indirecte- CO2 uitstoot tot gevolg.
  5. Het restant van verwerkt uraanerts en het nevengesteente bevatten radioactieve elementen en zware metalen. Dit risicovolle mijnbouwafval zou geïsoleerd moeten worden opgeslagen. In werkelijkheid wordt het in de open lucht gestort, vergelijkbaar met steenbergen bij kolenmijnen.
  6. Uraanertsmijnen tasten door verwaaien en verspreiden van radioactief en giftig stof uit deze ongecontroleerde stortplaatsen, de gezondheid en de leefomgeving van arbeiders en bevolking aan en vergiftigen zo ook grond- en oppervlakte water.
  7. Extractieprocessen met chemische oplosmiddelen leveren een concentraat van uraniumoxide. Alleen dit ‘verrijkt uranium’ is bruikbaar en wordt naar verschillende fabrieken vervoerd om er in diverse bewerkingsstappen ten slotte brandstofstaven voor kerncentrales, mee te kunnen maken.

Niet echt duurzaam…!!!

Alleen al de eerste fase van de keten voor de productie van energie uit kerncentrales vormt een zware belasting en vaak onherstelbare aantasting van de natuurlijke leefomgeving. De onverantwoorde ‘opslag’ van reststromen uit de mijnen en de opwerking, veroorzaakt direct en indirect grote schade.

Het hele proces gebruikt veel, uiteenlopende, grondstoffen en materialen, put natuurlijke bronnen uit en brengt ons leefmilieu zware en onherstelbare schade toe. Het winnen van tientallen miljoenen tonnen uraanerts, het vervoer naar fabrieken voor verdere bewerking en de bewerkingsprocessen zelf in die fabrieken veroorzaken CO2 emissies. Het produceren, beheer en onderhoud van gebouwen, installaties en transportmiddelen zelf zorgen voortdurend voor CO2 emissies.

Door de uitstoot van CO2 in de fasen die voorafgaan aan het opwekken van elektriciteit uit kerncentrales heeft kernenergie een serieus, negatief, effect op het beheersen en oplossen van de klimaatcrisis. Elektriciteit uit kerncentrales voldoet niet aan de eisen om het predicaat  “duurzaam” te mogen dragen.

Niet vrij van CO2 emissie…!!!

De vele stappen en fasen van de kernenergiecyclus zorgen er voor dat de werkelijke COuitstoot van kernenergie moeilijk exact is te berekenen. Het IPCC klimaatrapport van de Verenigde Naties uit 2014 noemt een uitstoot van bijna 4 tot 110 gram CO2 per kWh, met een gemiddelde 12 gram CO2 per kWh. Dit gemiddelde van 12 gram CO2 per kWh wordt sindsdien vaak geciteerd.

Aan het onderzoek om dit gemiddelde te bepalen lagen studies ten grondslag waarin de uitstoot werd berekend op 65 gram CO2 per kWh (Lenzen) en 12 tot 110 gram CO2 per kWh (Warner en Heath). Volgens hen was, door de onvolledigheid van onderliggende studies, onderzoeken en rapporten, waar zij gebruik van moesten maken, een hogere uitstoot waarschijnlijker……  

Energie-analist Storm van Leeuwen heeft meerdere studies zeer nauwkeurige geanalyseerd. Hij komt voor kernenergie, vanaf het winnen van het erts tot en met ontmanteling en definitieve berging van het radioactief afvalmateriaal, tot een uitstoot van CO2 per kWh van 65 tot 178 gram bij erts met 0,1% uranium. Als uraanerts wordt gebruikt met slechts 0,02% uranium is de emissie 300 gram COper kWh.

Voor verschillende brandstoffen geeft hij het volgende overzicht.  

Totale (directe en indirecte) CO2-uitstoot in gram per kilowattuur    

Brandstof                                          Uitstoot

Steenkool  820
Olie  740
Aardgas  490
Uranium ertsgehalte 0,02%  300
Uranium ertsgehalte 0,1%  178-65
Steenkool met afvang CO2  110
Aardgas met afvang CO2    78
Zon    48
Wind    10-12

Bron: Wise Nederland

Kernenergie duurzaam en zonder CO2 uitstoot?
Het blijkt een illusie…. 

2. Goedkope elektriciteit?
Dat ligt toch net even anders! 

Aanhangers van kernenergie beweren dat kerncentrales “gegarandeerd goedkope” elektriciteit leveren.  Het zou ‘een reëel alternatief’ vormen voor de “hoge kosten” van duurzame energie uit zon en wind. Deze bewering dient om diegenen te overtuigen, die zich nu om vermeende “exorbitant hoge kosten” uitspreken tegen het treffen van energiebesparende maatregelen en het opwekken van duurzame energie.

De cost gaet voor de baet uyt.
Hoe reëel is die aanname van ‘goedkope kernenergie’ voor de burger eigenlijk.

In Nederland vergt de voorbereiding van ingrijpende ruimtelijke plannen vele jaren. Talloze ambtenaren zoeken op basis van uiteenlopende belangen en criteria naar de meest geschikte locaties en oplossingen. Betrokken partijen hanteren uiteenlopende aannames en criteria om maatschappelijke effecten te wegen. Dit en het beoordelen van de plannen in maatschappelijk, technisch, ecologisch en economisch opzicht kost tijd en geld en levert permanent discussies op over de objectiviteit van de besluiten. Na de definitieve keuze start de vergunningverlening met diverse procedures, met ieder eigen bezwaarprocedures.

Pas na een akkoord over bouw- en exploitatiekosten kan uitvoering van de werkzaamheden starten. Deze voorbereidende werkzaamheden, inclusief gerechtelijke procedures, voeren overheidsdienaren uit, ondersteund door dure gespecialiseerde wetenschappelijke onderzoeksbureaus uit binnen- en buitenland. De bijbehorende kosten zijn “rekening overheid” die deze kosten verhaalt op zijn burgers.

Bij ingrijpende projecten met lange doorlooptijd, tasten onzekerheid, onduidelijkheid en angstgevoelens over de uitkomsten van onderzoeken en plannen de gezondheid en levensgeluk van talloze burgers aan. Maatschappelijke kosten en rekeningen voor medische en zorgkosten komen uiteindelijk ook weer direct of indirect voor rekening van de gewone burgers. Al zijn de potentiële locaties voor een kerncentrale in Nederland al langer bekend, voor het bepalen van de ‘voorkeurslocatie’ binnen de genoemde gebieden geldt het bovenstaande onverkort.

Garantie van de overheid

Bouwers en exploitanten van kerncentrales kunnen simpelweg nergens een (aansprakelijkheids-) verzekering afsluiten. Dus staat de overheid garant voor alle kosten en gevolgen van bouw, exploitatie en ontmanteling van de centrale. De overheid functioneert als “uitkerende verzekeringsinstantie”.

Als er iets mis gaat is het steeds “rekening overheid”. Dus uiteindelijk weer voor diezelfde burger. De hoogte van de kosten van de sloop van kerncentrales is onzeker en vrijwel onbekend. Zonder voldoende reservering hiervoor tijdens de exploitatieperiode, draait de overheid voor de kosten op. En de overheid verhaalt die kosten op de burger. Dus…tel uit je winst….!

Net als voor de kosten van sluiting, ontmanteling en sloop van een kerncentrale, geldt hetzelfde voor de onbekende maar oplopende kosten voor de tijdelijke en definitieve opslag van kernafval. Als daarvoor al gelden zijn gereserveerd maar deze ontoereikend zijn, komen de kosten direct ten laste van de overheid.

Ook die kosten komen dus uiteindelijk voor rekening van …………de burger…. !!

Kernenergie goedkoop?  
De overheid maakt alleen al in het voortraject veel indirecte kosten.
De overheid loopt risico’s op grote uitgaven door garanties en ‘opruimkosten’.
En dan heb je nog niets…..

De kosten van nieuwe kerncentrales.
Goedkoop???

De Franse staat is voor 83% eigenaar van Électricité de France (EDF). Dit ontwikkelde de derde generatie kerncentrales, het hogedruk reactortype European Pressurized Reactor (EPR). Via de bouw van deze  centrales in andere landen door het staatsbedrijf Areva, hoopt de Franse overheid de ontwikkelings- en onderzoekskosten in deze kerntechnologie toch nog deels terug te verdienen.

Van dit type EPR kerncentrale is er alleen in 2018 en 2019 een in China in bedrijf genomen. De plannen voor EPR centrales in Amerika, in Callaway en Calvert Cliffs, zijn in 2015 na 10 jaar gestaakt. In Zuid-Afrika, Italië en Tsjechië is men eveneens met de plannen voor EPR centrales gestopt.

  • Areva, 100% eigendom van EDF bouwt nabij Flamanville een EPR-centrale. De centrale, sinds 2006 in aanbouw, gaat naar verwachting pas in 2023 elektriciteit leveren. De investering is van oorspronkelijk € 3,3 miljard opgelopen tot €12,5 miljard. De Franse toezichthouder nucleaire installaties (ASN) heeft Areva medio 2019 nog moeten wijzen op defecte lasnaden in belangrijke leidingen en op een drukregelaar van onvoldoende kwaliteit….
  • In 2005 startte de bouw van de EPR centrale Olkiluoto-3 in Finland. De start van levering stond gepland voor 2009 maar de centrale is nog altijd niet operationeel. Een juridische strijd over oplopende rekeningen vertroebelt het zicht op de echte investeringen. Die zijn in ieder geval opgelopen van de geplande € 2,5 miljard naar minimaal ca. € 8,5 miljard.
  • In 2009 nam EDF voor £ 16 miljard het bedrijf British Energy over. Het werd zo eigenaar van alle kerncentrales in het Verenigd Koninkrijk dat in 2010 besloot om de 17 oude kerncentrales te sluiten en te vervangen door de bouw van 8 nieuwe kerncentrales. 
  • In Somerset (VK), Hinkley Point-C, bouwt sinds 2014 aan een EPR centrale. Bouwtijd en budget zijn fors overschreden en de centrale gaat pas in 2025 energie leveren. De bouwkosten liepen op van £16 miljard in 2012 tot £ 20,3 miljard in 2017 en werden begin 2020 geraamd op € 25 miljard. De Britse overheid heeft voor 35 jaar (!!) een prijsgarantie van £ 92,50 per MWh afgegeven!! De kostprijs voor offshore wind zonder subsidie is in Nederland en Duitsland nu ca. €40 per MWh. 
  • In het VK zijn de plannen voor kerncentrales op drie andere locaties inmiddels afgelast. In september 2020 maakte Hitachi bovendien bekend vanwege de hoge kosten van £ 15 tot £ 20 miljard af te zien van de bouw van de geplande kerncentrale in Wylfa op eiland Anglesey (Wales). Hitachi neemt alleen al op dit project een verlies van €2,4 miljard.
  • Ook het project van Hitachi voor een kerncentrale in Gloucestershire is nu van de baan. De Britse overheid heeft, zonder bezwaren, met deze beslissingen ingestemd. 
  • Over de geplande EPR centrale in Sizewell, Suffolk, een copie van de Hinckley C, wordt medio 2022 een definitief besluit genomen. Deze gaat ongeveer €24 miljard kosten en zal op zijn vroegst in 2033 operationeel kunnen zijn. Het is de vraag of de bouw van deze kerncentrale wordt gestart. 

Niet alleen nieuwe Europese kerncentrales lopen vertragingen op en zijn duurder dan gepland. Ook in Amerika lopen de kosten enorm op en worden centrales, door achterlopen op de planning, simpelweg geschrapt.

  • Na toestemming in 2008 startte Westinghouse, eigendom van het Japanse Thosiba, in 2012/2013 de bouw van twee AP 1000 drukwaterreactoren, de Virgil C Summer-centrale in South Carolina. In 2018 werd het project geschrapt omdat de bouwkosten van € 7,5 miljard naar € 18 miljard zouden oplopen. Er staat nu een nutteloos ‘object’ waarin al € 5 miljard was geïnvesteerd.
  • Na 8 jaar voorbereiding startte in 2013 de bouw van de Vogtle-centrale in Georgia met twee AP 1000 drukwaterreactoren. De netaansluiting, gepland voor 2016/2017, is 5 jaar vertraagd. Westinghouse ging aan de bouwkosten van deze beide centrales met 4 reactoren in 2017 failliet.
  • Via leningen, met garanties van de overheid is de bouw voortgezet. De kosten zijn al opgelopen van $10 naar $ 25 miljard.
  • In Amerika werden sinds 2010 28 vergunningaanvragen om kerncentrales te bouwen ingediend. Hiervan werden er 14 door de aanvragers weer ingetrokken, werden er 12 goedgekeurd door de Nuclear Regulatory Commission (NRC) en zijn er nog 2 in behandeling. Geen enkel bedrijf heeft besloten om de centrales daadwerkelijk te bouwen.

De rentabiliteit van bestaande kerncentrales.
Goedkoop???

De Duitse economische denktank Deutsches Institut für Wirtschaftsforschung (DIW) lichtte alle 674 kerncentrales door die tussen 1951 en 2017 gerealiseerd zijn. Het instituut concludeerde dat kernenergie nergens ter wereld ooit winstgevend is geweest en ook in de toekomst nooit zal worden.

Alle kerncentrales zijn dankzij forse overheidssubsidies gebouwd. Op een levensduur van 40 jaar leed een kerncentrale gemiddeld €5 miljard (€125 miljoen per jaar!) verlies. Het hoofd van het onderzoeksteam geeft hiervoor als reden dat kernenergie nooit is ontwikkeld om op commerciële basis elektriciteit te produceren maar vooral bedoeld was om de productie van kernwapens mogelijk te maken. “Om die reden was en blijft kernenergie onrendabel”.

Tekenend voor de rentabiliteit van kerncentrales is dat eigenaar Alpic in 2016 twee kerncentrales (Gösgen en Leibstadt) in Zwitserland aan een buitenlandse onderneming (o.a. EDF) probeerde te verkopen. Ook de Zwitserse regering wees de koop van de centrales, (verlies €600 miljoen per jaar) voor €1 per stuk af. Een bindend referendum in 2017 verbood de bouw van nieuwe kerncentrales Zwitserland.

In Frankrijk zijn de kerncentrales gemiddeld ca 50 jaar oud en worden de 14 oudste centrales gesloten. Ook wordt het aandeel kernenergie vóór 2035 teruggebracht van nu ca. 75% naar maximaal 50%. Frankrijk heeft inmiddels ook alle omvangrijke onderzoeken op het gebied van kernenergie stopgezet.

De kosten voor ontmanteling en sloop; onvoldoende gereserveerd.
Goedkoop???

In 2016 stelde de Europese Commissie in het Nuclear Illustrative Programme, (PINC) dat een investering van €45 tot €50 miljard (€350 tot €387 miljoen per centrale) nodig is om de 129 werkende Europese kerncentrales, die gemiddeld 30 jaar oud zijn, nog ca. 15  jaar (dus tot 2030) in bedrijf te houden. Dit is een opmerkelijk (laag) bedrag want Frankrijk alleen al schat dat het tot 2030 nog ongeveer 100 miljard (€1,7 miljard per stuk) moet investeren in haar 58 kerncentrales.

Er is overigens heel weinig kennis en ervaring met ontmantelen van kerncentrales en de kosten daarvan. Hoewel er in de EU 89 kerncentrales zijn gesloten, zijn er slechts drie helemaal afgebroken. De Europese Commissie berekent dat tot 2050 hetontmantelen van Europese kerncentrales en de opslag van het radioactieve afval ruim € 250 miljard (ruim €8,3 miljard p/j) gaat kosten. Van deze kosten voor sloop en berging is nu ongeveer €130 miljard door reserveringen gedekt. Dat betekent dat er tot 2050 al een tekort van €120 miljard is (€4 miljard per jaar). Daar zullen uiteindelijk nog forse bedragen bijkomen omdat de meeste landen pas na 2050 gaan investeren in definitieve bergingen voor radioactief afval.    

Sommige landen hebben wel forse reserveringen gedaan om de kostbare ontmanteling van kerncentrales te financieren:

  • In 2017 had Duitsland voor de sloop van 17 centrales €38 miljard (€2,2 miljard per stuk) gereserveerd.
  • De Britse Nucleaire Ontmantelingsautoriteit (NDA) stelt dat de ontmanteling van de 17 centrales vanaf 2017 de komende 120 jaar €109 tot €250 miljard vereist. (€ 6,4 tot € 14,7 miljard per stuk).
  • Het Franse staatsbedrijf EDF had in 2017 voor de ontmanteling van zijn 58 reactoren niet meer dan €23 miljard (€395 miljoen per stuk) gereserveerd.
  • In Nederland werd de kleine kerncentrale in Dodewaard na 28 jaar, in 1997 afgeschakeld. De sloop kost volgens Duits onderzoek ≥ €160 miljoen en start in 2045. Gereserveerd is €66 miljoen. Dus proberen de eigenaren de installatie aan de Nederlandse overheid over te dragen,  die dan alle kosten voor de sloop moet dragen. Vooralsnog heeft de staat het voorstel afgewezen. 

Let wel: ook de kosten voor het beheren, controleren en beheersen van (de omgeving van) uraanerts mijnen, het  ontmantelen van de verrijkings- en opwerkingsfabrieken zijn nooit in beeld gebracht, laat staan dat daarvoor geldmiddelen zijn gereserveerd. Toch zullen daarvoor ooit kosten gemaakt moeten worden, waartoe de landen, waar die mijnen zich bevinden niet altijd bereid zijn of waarvoor ze simpelweg niet draagkrachtig genoeg zijn.

Opvallende presentatie van data in MIT rapport  (Massachusetts Institute of Technology) 
Het MIT presenteerde in 2018 ‘The Future of Nuclear Energy in a Carbon-Constrained World’.  In dit rapport, waaraan vaak wordt gerefereerd, staat een aantal opvallende punten.

Zo stelt het MIT:

  • Om CO2 emissies te reduceren is duurzame energie goedkoper dan kernenergie
  • Kernenergie is geen aantrekkelijke investering voor Europa en de VS.
  • Kernenergie wordt pas interessant bij veel lagere kosten voor nieuwe kerncentrales 
  • Kerncentrales zijn geen ‘achtervang’ bij duurzame energie maar moeten continu in bedrijf zijn
  • Kerncentrales vormen op grond van economische overwegingen dus de ‘basislast’
  • Voor een positief resultaat zal kernenergie duurzame energie soms van het net verdringen

Opmerkelijk is dat MIT

  • niet alle opties voor CO2 vrije productie, (bijv. waterstof of wind op zee) meeweegt in de analyses.
  • niet in alle scenario’s voor de verschillende regio’s uitgaat van dezelfde energiemix en potenties.
  • de leercurve voor de kostenontwikkeling van duurzame energie opties niet helder toepast.
  • de leercurve voor de kostenontwikkeling voor energieopslag niet toepast en meeweegt.

Dit heeft een grote invloed op de conclusies van het rapport, en dus van de partijen die er aan refereren. Eigenlijk is kernenergie, zeker op termijn, nog minder aantrekkelijk dan het rapport al aangeeft……………

Kernenergie toekomstbestendig?
Dat ligt toch net even anders! 

Energiecentrales produceren niet alleen elektriciteit maar gebruiken ook enorme hoeveelheden koelwater. Daarom staan energiecentrales altijd bij rivieren of aan zee zodat aanwezigheid van voldoende water is gegarandeerd. Door het lozen van opgewarmd koelwater neemt de temperatuur van de watermassa toe. Hierdoor neemt de hoeveelheid zuurstof in het water af en lossen mineralen op met vergaande aantasting van het aquatisch ecosysteem en schadelijke algengroei tot gevolg.

Een gewone grote gascentrale verbruikt al gauw 2,5 miljoen liter koelwater per minuut. Voor kerncentrales is dat wel 3 keer zoveel. De concentratie van energiecentrales langs een grote rivier, als de Rhône en de Rijn, leidt stroomafwaarts tot oplopende temperaturen tot ver boven de acceptabel geachte 23°C. Door minder sneeuw, die bovendien in kort tijdsbestek smelt en het uitblijven van neerslag ontstaan lage waterstanden in de rivieren. Dit en lange droge perioden en hittegolven met een extra vraag naar water uit andere sectoren, ondermijnen de stabiliteit van de energievoorziening die is gebaseerd op watergekoelde (kern-)energiecentrales.

Het debiet van rivieren zal al vroeg in de zomer fors afnemen en zo de beschikbaarheid van koelwater onder druk zetten. Bovendien zal de snelheid waarmee de afnemende watermassa door intensieve zonneschijn opwarmt flink toenemen. Na in enkele centrales te zijn gebruikt, zal het rivierwater, zeker voor stroomafwaarts gelegen energiecentrales, uiteindelijk ongeschikt zijn als koelwater.

Duur en intensiteit van het lozen van verwarmd koelwater zal het effect op fora en fauna doen toenemen. In sommige landen staat de watervoorziening, bijvoorbeeld voor land- en tuinbouw en stedelijk gebruik, zeker gedurende de zomerperiode nu al onder druk. Bij de keuze van projecten om in de toekomstige energievraag te voorzien is de behoefte aan koelwater en de effecten van het lozen van grote massa’s verwarmd koelwater een steeds belangrijkere factor.

Tijdens droge en warme perioden in de afgelopen jaren moesten zowel in Europa als in Amerika vooral kerncentrales, die veel koelwater gebruiken, tijdelijk worden stilgelegd door een gebrek aan koelwater. De temperatuur van koelwater mag bij inname niet boven de 25°C komen en het opgewarmde koelwater mag bij lozing niet warmer zijn dan 28°C/30/35°C afhankelijk van de vergunning en het land. Als deze grens wordt overschreden moet de productie worden teruggebracht of de centrale worden stilgelegd of gesloten.  Zeker als de vraag naar elektriciteit in de zomer flink toeneemt door het inschakelen van airconditioners om gebouwen te koelen leidt het sluiten van grote elektriciteitscentrales tot extra problemen.

In dit verband is het een hele geruststelling dat bij de opwekking van duurzame energie uit zon en wind helemaal geen koelwater nodig is. Prima dat zonne-energie juist in de zomermaanden zoveel elektriciteit levert. In Duitsland leverde zonne-energie uit PV-panelen in juli 2018 (!) in totaal 6,7 TeraWattuur op, meer dan ooit en ook meer dan kerncentrales en wind samen.

En dat had zo zijn voordelen:   

Bruno Burger van Energy Charts aan het Fraunhofer ISE zei dat zo:
Ohne Solarenergie hätte es im Juli große Herausforderungen bei der Stromversorgung gegeben“.

Umwelt- und Energieminister van Baden-Württemberg Franz Untersteller stelde:
Die aktuelle Hitzeperiode liefert daher einen weiteren Beleg dafür, wie wichtig es ist, dass wir uns von den konventionellen Kraftwerken unabhängiger machen und die erneuerbaren Energien weiter ausbauen. Schließlich benötigen Windkraft- und Photovoltaikanlagen keine Flusskühlung.

De meeste klimaatscenario’s voor Vlaanderen en Nederland tonen al een fikse daling van de gemiddelde neerslag, waardoor de rivierdebieten tegen het einde van de 21ste eeuw tijdens droge zomers met meer dan 50 % kunnen dalen. Dat betekent een reële kans op een ernstige watertekorten.

De Universiteit Leiden gaf in een onderzoek in juli 2017 over ‘Klimaatverandering en de kwetsbaarheid van elektriciteitsopwekking voor waterstress in de Europese Unie’ aan dat de kwetsbaarheid van regionale   energienetwerken in 2030 sterk zal zijn toegenomen. Regio’s met problematisch watervoorziening lopen niet alleen risico’s door watertekorten, maar ook door energietekorten, wanneer energiecentrales niet meer voldoende en adequaat kunnen worden gekoeld . Deze regio’s bevinden zich vooral  in het Middellandse Zeegebied: Spanje, Italië, Zuid-Frankrijk en Griekenland, maar ook rondom de Rijn in Duitsland, Bulgarije en Polen en zelfs in Zweden en Zwitserland was er in 2019 sprake van een tekort aan koelwater voor kerncentrales.

Deze ontwikkelingen maken duidelijk dat van toekomstbestendigheid van grote centrales met een enorme behoefte aan koelwater geen sprake kan zijn.

Kortom kernenergie is: 
niet duurzaam, 
niet CO2-vrij, 
niet goedkoop, 
niet toekomstbestendig.      

Met energiebesparing, opwekken en opslaan van duurzame energie ligt dat toch net even anders!!

Fossiele- en/of kernenergie biedt geen oplossing. Met energiebesparing en duurzame opwekking ligt dat net even anders!

De juiste volgorde

De eerste stap op weg naar het reduceren van de CO2 uitstoot is het beperken van de vraag; zowel de vraag naar energie als de vraag naar grondstoffen voor allerlei apparaten en installaties. Daarmee is voor winning, bewerking en transport ook veel energie en CO2 gemoeid. Talloze ontwikkelingen en innovaties op de meest uiteenlopende terreinen maken duidelijk dat die noodzaak, onder invloed van mondiale, continentale, internationale en lokale verdragen, wordt gevoeld en dat er ook gehoor aan wordt gegeven. 

De vraag is hoe vanaf nu verdere aantasting van onze leefomgeving op de korte en lange termijn is te voorkomen, te beperken en eerdere aantasting is te herstellen. Dat vereist grote veranderingen in het denken over de mate waarin en de wijze waarop het beste in de huidige en toekomstige vraag naar energie en grondstoffen is te voorzien. Door op locatie de vraag te doen afnemen ligt de decentrale energie opwekking en opslag voor de hand.

Een goed rendement vereist dat kerncentrales de geproduceerde elektriciteit permanent kunnen afzetten. Met de voorbereiding en de bouw van kerncentrales zijn bovendien veel middelen gemoeid. Dit frustreert de financiering van uiteenlopende duurzame en toekomstbestendige ontwikkelingen op het gebied van land- en tuinbouw, woningbouw, huisvesting van bedrijven, mobiliteit en productieprocessen.

Wat te denken van de teelt van sorghum en olifantsgras als veevoer of als grondstof voor bio-producten met als grote voordeel minder landbewerkingen en een betere waterhuishouding. Of van het na-isoleren en bouwen met prefab staal- of composietframe isolatiegevels o.b.v. dunne vacuümpanelen; vacuümglas; doorstroomverwarmers; ionizers, xionheaters; winning van de warmte uit water van douche, afwas- en wasmachine; PCM verf en stuc; een aparte VvE voor straat- of buurtbatterijen (bijvoorbeeld flow-, liquidmetal-, moltensalt-, nano-, solidstatebattery); het omzetten van zomerse energieoverschotten in waterstof; opslag van H2 in uitwisselbare buiscontainers met metaalhydriden. Wat te denken van etc. etc.

Voor de ontwikkeling en implementatie van innovatieve ideeën en nieuwe technische oplossingen is alle support en aandacht nodig en zoals bekend……  je kunt een euro maar eenmaal uitgeven……..  Inzetten op zowel vergaande energiebesparing en -efficiëntie als op decentraal energie opwekken en opslaan biedt zowel op de korte en als de zeer lange termijn grote voordelen.

Door veranderingen in het gebruik van elektriciteit (zoals mobiliteit, airco, WP) op te vangen met enorme investeringen in extra en grote elektriciteitscentrales, worden tegelijkertijd ook forse investeringen in aanpassing, verzwaring en uitbreiding van het transportnet noodzakelijk. Dit centralistische denken, gebaseerd op een achterhaald systeem van centraal opwekken, belemmert de implementatie van decentrale duurzame energieopwekking nog verder.

Geld en de korte termijn als leidraad

Nederlanders baseren hun bezwaren tegen verandering en vernieuwing vaak op “financiële argumenten”. Aannames, schattingen en beweringen over de investeringskosten van optimale energiebesparende maatregelen en efficiëntere apparaten en installaties bepalen zo het oordeel “voor” of “tegen”.

Bij het beoordelen van de investeringskosten gaat het steeds om de “korte termijn” en blijven de financiële voordelen en revenuen op langere termijn onbesproken en blijven ook positieve effecten op gezondheid, wooncomfort, de energierekening en het klimaat buiten beschouwing. Ook de positieve effecten op een daling van maatschappelijke kosten, voor ziekten en zorg bijvoorbeeld, die zich op langere termijn voordoen worden niet in de afwegingen betrokken.

Hierbij speelt de opvatting over de ‘terugverdientijd’ van de investering vaak een doorslaggevend rol. En dan is het wel frappant dat bij een nieuwe badkamer, keuken, bankstel of auto niemand kijkt naar de ‘terugverdientijd’ van de uitgaven.  

Velen blijven, op basis van achterhaalde informatie en gedateerde kennis, volhouden dat maatregelen om energie te besparen en duurzame energie op te wekken om daarmee CO2 emissies terug te dringen en zo de klimaatdoelen te halen, te kostbaar zijn. Bij velen is nog steeds onbekend dat de prijs van duurzame energie in een snel groeiend aantal landen, inclusief Nederland, afhankelijk van techniek en locatie, zónder subsidie of fiscale voordelen, al lager is dan de prijs van fossiel opgewekte energie.

Ook is zeker dat decentrale opwekking én opslag van duurzame energie uit zon en wind zich steeds meer autonoom ontwikkelen en zich niet lang meer door de overheid en de energie-industrie laten manipuleren.

De vervuiler betaalt??

Nederland hanteert het adagium: “de vervuiler betaalt”. Helaas wordt dit uitgangspunt zeer selectief toegepast. Zo zijn in de prijs voor energie uit fossiele brandstoffen nog steeds niet alle maatschappelijke  kosten verwerkt. Kosten door luchtverontreiniging, voor volksgezondheid, klimaatverandering, verwarmen van oppervlaktewater en voor economische ontwikkelingen zijn bijvoorbeeld niet in de prijs verwerkt.

Via belastingen, zorgkosten en verzekeringen krijgt de burger daar wel de rekening voor gepresenteerd. Denk bijvoorbeeld aan de kosten voor dijkverzwaring, de kosten voor ademhalingsziekten, de uitval van mensen uit het arbeidsproces, frustreren van implementatie van innovaties, etc., etc..

Die “hoge kosten” voor duurzame energie waren in de opstartfase een logisch gevolg van de forse onderzoeks-  en ontwikkelingskosten die sowieso met nieuwe technieken (zon, wind, biomassa en getijde energie) gepaard gaan. Deze kosten werden, behoudens subsidies, vooral door bedrijven gedragen.

Vergelijk de prijs en prestaties van de eerste mobiele telefoons met die van het huidige multipurpose apparaat, waarmee je overigens ook kunt bellen. Die enorme prestatieverbeteringen en gelijktijdige prijsdalingen treden ook al jaren op bij duurzame energietechnieken en gaan de komende jaren verder. Dat geldt zowel voor de bestaande en nieuwe technieken om energie decentraal duurzaam op te wekken als om technieken voor decentrale opslag en decentrale distributie.

Zo leiden vooral uiteenlopende ontwikkelingen bij PV systemen enerzijds tot hogere rendementen en anderzijds tot specifieke toepassingen (als gevelafwerking, op ronde bouwvormen, in beglazing) waarvan, vanwege de grote voordelen, de implementatie eveneens razendsnel gaat. Verder zorgen bijvoorbeeld ontwikkelingen in het superkritisch vergassen bij de verwerking van slib, mest en andere natte organische reststromen, voor een gigantische toename in de productie van biogas en vooral van waterstof.

Op het gebied van windenergie zorgen de nieuwste horizontale-as turbines voor een grotere productie en komen de nieuwste verticale-as turbines in beeld voor andere productielocaties en mogelijkheden op land.

De écht grote vervuiler betaalt te weinig

De CO2 emissies en daarmee de klimaatgevolgen van het gebruik van fossiele energie zijn per kWh of m3 aardgas gelijk, of de energie nu gebruikt is in industrie, bedrijfsleven, huishouden of voor mobiliteit. Daarom zou het dus logisch zijn dat de Regulerende Energie Belasting (REB) en de Opslag Duurzame Energie (ODE) voor iedere afnemer per kWh of m3 gelijk is.

Helaas is dat niet het geval en dáált de REB en ODE-heffing juist zeer fors naarmate het verbruik hoger is. Daardoor is energie voor bedrijven nauwelijks een belangrijke kostenpost en blijven investeringen in energiebesparende maatregelen en decentrale energieopwekking uit omdat het te lang duurt voordat ze zijn terugverdiend en “winstgevend” zijn.

Een eerlijker heffing, die juist óploopt bij een toenemend verbruik, zal industrie, bedrijfsleven en institutionele grootverbruikers stimuleren om direct en zelf fors te investeren in energie besparende maatregelen en duurzame energieopwekking. Verlagen van de energierekening (en daarmee de productiekosten) door het afnemen van de dan geldende REB/ODE + BTW vormt dan die kennelijk zeer noodzakelijke prikkel en tegelijk zeer welkome beloning.

Het bedrijfsleven, instanties en organisaties dragen via REB belasting en ODE heffing niet in gelijke mate als de kleinverbruiker, de particulier, bij aan de directe of de indirecte kosten van hun energiegebruik.

Gas in €/m3REBODEtotaalBTW  21%totaalafgerondminder dan particulier
0 – 170.000 m30,333070,07750,410570,086220,496790,50 
170.001 – 1.000.000 m30,064440,02140,085840,018030,103870,100,39
1.000.001 – 10.000.000 m30,023480,02120,044680,009380,054060,050,44
> 10.000.001 m30,012610,02120,033810,007100,040910,040,46
Elektriciteit in €/kWhREBODEtotaalBTW  21%totaalafgerondminder dan particulier
0 t/m 10.000 kWh0,097700,027300,125000,026250,151250,15 
10.001 t/m  50.000 kWh0,050830,037500,088330,018550,106880,110,044
50.001 t/m 10.000.000 kWh0,013530,020500,034030,007150,041180,040,110
> 10.000.000 kWh part.0,001110,000400,001510,000320,001830,000,149
> 10.000.000 kWh zakelijk0,000550,000400,000950,000200,001150,000,150

De ‘kortingen’ kunnen oplopen tot wel 99%. Dat is redelijk absurd.

Het is een argument om voor al die grootverbruikers een apart regime voor opwekken en distributie op te tuigen. De gedachte is om de elektriciteit van off-shore windturbines op de Noordzee om te zetten in waterstof en via het bestaande aardgasnet te transporteren naar de afnemers. Dat lijkt me een zeer onwenselijke oplossing. Alle kosten kunnen dan weer over alle afnemers verdeeld worden.

Zoals uit bovenstaande tabel blijkt leidt dat niet tot een eerlijke lastenverdeling. Het is de moeite waard om het bestaande aardgasnet alleen te gebruiken voor de distributie van waterstof naar de grootafnemers. Hele bedrijventerreinen en kantorenparken worden dan aangesloten op het al aanwezige ‘waterstofnet’. De daar gevestigde ondernemers en gebouweigenaren moeten van dat waterstofnet dan natuurlijk ook alle kosten dragen; die van de windparken, de elektrolysers op zee, de schakelingen in het aardgasnet richting de terreinen, de eventuele opslag van waterstof en natuurlijk de apparatuur en brandstofcellen niet nodig zijn om de energie werkelijk te kunnen gebruiken. Te verwachten is dat de grootafnemers die nu profiteren van de lage REB en ODE en nog geen enkele incentive ervaren om te investeren in energiebesparende maatregelen, snel en uit zichzelf fors zullen gaan investeren in nieuwe materialen en technieken om hun energiebehoefte aansprekend te beperken.

Voor de particulier moet het investeren in energiebesparende maatregelen en het opwekken en opslaan van duurzame energie aantrekkelijker worden gemaakt door bij planmatige aanpak van alle woningen in een straat of buurt hiervoor van rijkswege en onder garantie van het rijk “gebouw gebonden” leningen te verstrekken voor zowel vergaande maatregelen op passiefhuis niveau (isolatie, zonwering, ventilatie, waterbeheer, duurzame energieopwekking en collectieve opslag).

Opslag systemen

Behalve de eerlijke verdeling van de kosten en heffingen over de vervuilers vormt ook de opslag van energie een onmisbare schakel voor een succesvolle energietransitie. Onafhankelijkheid van fossiele brandstoffen vereist duurzaam opgewekte energie in combinatie met toepassing van opslagsystemen. Zoals elders is aangetoond voorkomen opslagsystemen het kostbare verzwaren van energienetwerken. Om te voorkomen dat het gebruik van grondstoffen, door talloze individuele installaties, explodeert is het wenselijk en raadzaam om collectieve opslagsystemen te installeren op zowel bedrijventerreinen, kantoorparken maar bovenal in woongebieden en bij woonclusters.

Door per locatie een ‘Vereniging van Eigenaren Van De Buurtbatterij’ op te richten groeit de betrokkenheid bij de te maken keuzes evenals de interesse in collectieve maatregelen om energieverbruik te beperken. De deelnemende eigenaren nemen de verantwoordelijkheid voor de systemen en beslissen samen aan welke producent/bedrijf de levering, het beheer en onderhoud maar ook de afrekening van het laden en ontladen wordt uitbesteed.

De leverancier van de best presterende opwek- en opslagsystemen maakt dan de meeste kans. Bij het beoordelen van de prestaties en geschiktheid van de verschillende systemen dient de mate waarin uiteenlopende materialen en grondstoffen worden gebruikt en eveneens de mogelijkheden om deze materialen nadien te recyclen en her te gebruiken, zwaar te worden meegewogen. Een beoordeling en toetsing met een halfjaarlijkse kwaliteitsrapportage door een absoluut onafhankelijk instituut kan hierbij een belangrijke en stimulerende rol spelen.     

Bij opslagsystemen gaat het zeker niet alleen om Li-Ion batterijen maar om verschillende opslagsystemen voor dag/nacht, week/weekend en zomer/wintercycli, die ieder andere hoeveelheden en andere zeldzame grondstoffen vergen en afwijkende hergebruiks- en recycling- mogelijkheden kennen.

Er zijn behalve Li-ion batterijen talloze opties beschikbaar zoals bijvoorbeeld: Flow-; Liquid Metal-; Molten Salt-; Nano-; Solid State-; Metalhydride Batterijen (bijv. Redflow; AMBRI; Total; Arpa; Grabat; Samsung; NanoGraf; Amprius; Panasonic; Nilar)

Een andere optie is om de overtollige, niet direct benodigde/inzetbare elektriciteit via de nieuwste effectieve elektrolysers om te zetten in waterstof en deze, onder atmosferische druk in tanks gevuld met metaalhydriden, voor lange tijd op te slaan. Dankzij de toenemende toepassingsmogelijkheden, het groeiend gebruik en hernieuwde belangstelling voor waterstof, neemt de efficiëntie van brandstofcellen door implementatie van de nieuwste innovaties eveneens toe.

Deze ruime keuze aan mogelijkheden, technieken en leveranciers biedt meer onafhankelijkheid en zekerheid in zowel geopolitiek, maatschappelijk, technisch, ecologisch als economisch opzicht dan het pleidooi voor kernenergiecentrales die zogenaamd “goedkope” energie zouden (kunnen) leveren.

Er zijn vele opties beschikbaar, om ondanks het wisselend aanbod van energie uit duurzame bronnen, toch permanent over voldoende duurzaam opgewekte energie te kunnen beschikken. Het decentraal opwekken en opslaan van energie maakt het zelfs mogelijk onafhankelijk te worden van grote aanbieders en zo ongevoelig te worden voor de wispelturigheid in het prijsbeleid en de belastingen op het energiegebruik door de overheid. Kernenergie maakt een dergelijke onafhankelijke positie in ieder geval onhaalbaar!

Deel dit bericht

Koppel en selecteer de accounts waarmee je je bericht wilt delen.Een account koppelen(opent in een nieuwe tab)

Shortlink

Kopiëren

Sociale voorbeelden

Bekijk een voorbeeld van hoe dit eruit zal zien op sociale netwerken en Google Zoeken.

Zakelijk of e-commerceplan vereist.Meer weten

Likes en delen

Advertentie

Kernenergie? Wat brengt het ons???

Welke bijdrage levert kernenergie aan de duurzame energie voorziening

‘We hebben kernenergie hard nodig om te voldoen aan de energievraag en aan het klimaatakkoord’, aldus de VVD nog niet zo lang geleden. Er moeten maar liefst tien kerncentrales komen in Nederland. Kort daarop verklaarde VVD-minister Wiebes aan de hand van een onderzoek dat vanuit het ministerie was georganiseerd, dat dit het VVD-standpunt onderschrijft.

De lobby voor kernenergie voert als belangrijkste argumenten aan: bij de productie van elektriciteit uit kerncentrales vindt geen CO2 uitstoot plaats;  het beperkt hoge kosten voor energiebesparende maatregelen en duurzame energieopwekking;  het zou ook ‘toekomstbestendig’ zijn. Kortom, kernenergie zorgt ervoor dat de CO2 doelstelling wordt gehaald. Ik verbaas me over de pleidooien voor nieuwe kerncentrales en heb om me een actueel beeld kunnen vormen de informatie weer eens bij elkaar gezet.

Klimaatcrisis  

De maatschappelijke en economische gevolgen van de mondiale Klimaatcrisis zorgen voor het besef dat we duurzamer moeten gaan leven. Duurzaam wil hier zeggen dat de mens in zijn behoeften voorziet zonder natuurlijke bronnen uit te putten en zijn leefmilieu, zwaar of onherstelbaar te belasten.

Nederland stelde met 192 lidstaten van de Verenigde Naties (VN) de Sustainable Development Goals vast. Daarin beloven de ondertekenaars dat ze een einde willen maken aan extreme armoede, ongelijkheid, onrecht en klimaatverandering. 

Niet duurzaam

Het proces waarbij elektriciteit uit kernenergie wordt geproduceerd is heel verslindend. Bij elke stap in het proces  worden veel, uiteenlopende, grondstoffen en materialen gebruikt. Het leidt ook tot uitputting van natuurlijke bronnen en brengt leefmilieu onherstelbare schade toe. Het winnen, vervoeren en bewerken van tientallen miljoenen tonnen uraanerts, in meerdere fabrieken, veroorzaakt grote uitstoot van CO2. Beheer en onderhoud van de installaties dragen ook sterk bij aan CO2 emissies. Alleen al door de uitstoot van zoveel CO2 heeft de opwekking van elektriciteit uit kernenergie een serieus, negatief, effect op het oplossen van de klimaatcrisis. 

Kernenergie voldoet zo allerminst aan de eisen van het predicaat  ‘duurzaam’.

Kernenergie…? Veel CO2 – uitstoot

Door de vele stappen en fasen van de kernenergiecyclus is de exacte CO2 uitstoot van kernenergie moeilijk berekenen. Het IPCC klimaatrapport (VN 2014) noemt een gemiddelde van 12 gram CO2 per kWh. Onderliggende rapporten berekende een uitstoot van 65 gram CO2 per kWh (Lenzen) en 12 tot 110 gram (Warner en Heath). Zij menen dat door onvolledigheid van studies de uitstoot waarschijnlijk hoger is.

Energie-analist Storm van Leeuwen komt door nauwkeurige analyse van meerdere studies voor kernenergie tot een uitstoot van CO2 per kWh van 65 tot 178 gram bij erts met 0,1% uranium. Bij erts met slechts 0,02% uranium is de emissie 300 gram CO2 per kWh.

Afgesproken is dat de CO2 uitstoot in 2050 tot nul moet zijn teruggebracht. Dus dan is 300 gram CO2 per kWh fors, zeker ten opzichte van andere opties zoals uit bijgaande tabel blijkt.

Totale (directe en indirecte) CO2-uitstoot in gram per kilowattuur    

Brandstof                                         Uitstoot

Steenkool  820
Olie  740
Aardgas  490
Uranium ertsgehalte 0,02%  300
Uranium ertsgehalte 0,1%  178-65
Steenkool met afvang CO2  110
Aardgas met afvang CO2    78
Zon    48
Wind    10-12

Bron: wise nederland

Kortom: kernenergie, duurzaam en zonder CO2 uitstoot? Een illusie!

Goedkope elektriciteit?

Volgens voorstanders van kernenergie leveren kerncentrales ‘goedkope’ elektriciteit. Zo is kernenergie een reëel alternatief voor dure energie uit zon en wind. Dit moet de mensen overtuigen, die vanwege ‘exorbitante kosten’ energiebesparing en duurzame energie afwijzen.  

Hoe reëel is die aanname van ‘goedkope kernenergie’ voor de burger eigenlijk?

Bij alle ingrijpende ruimtelijke en maatschappelijke plannen zoeken ambtenaren naar de meest aanvaardbare oplossing. De kosten voor analyses, onderzoeken, wetenschappelijke ondersteuning, rapportages en vergunningenprocedures betaalt de overheid. Bij complexe projecten die veel onzekerheden kennen nemen deze kosten exponentieel toe. Die complexiteit en onzekerheid geldt zeker voor kerncentrales. Zo zorgen plannen voor kerncentrales meteen al voor hogere kosten dan voor grootschalige windparken of zonneweiden, waarvan de relevante onderzoeksvragen bekend zijn.

Onzekerheid, onduidelijkheid en angstgevoelens over uitkomsten van onderzoeken bij ingrijpende projecten tasten de gezondheid en levensgeluk van vele burgers aan. Maatschappelijke, medische en zorgkosten komen direct of indirect voor rekening van de burger.

Garantie van de overheid

Bouwers en exploitanten van kerncentrales kunnen geen aansprakelijkheidsverzekering afsluiten. Overheden garanderen alle kosten en gevolgen van bouw, exploitatie en ontmanteling van centrales. De overheid functioneert als “verzekeringsinstantie”. Gaat er iets mis dan is het steeds “rekening overheid”. Dus uiteindelijk weer de burger.

De kosten voor de sloop van kerncentrales zijn onzeker. Is tijdens de exploitatieperiode onvoldoende  gereserveerd dan zijn die extra kosten voor de overheid die deze verhaalt op de burger.

Hetzelfde geldt voor de kosten voor tijdelijke en definitieve opslag van kernafval. Als er onvoldoende voor is gereserveerd komen die kosten direct ten laste van de overheid en dus voor rekening van de burger….

De rentabiliteit van bestaande kerncentrales

De economische denktank Deutsches Institut für Wirtschaftsforschung lichtte alle 674 kerncentrales door. Het instituut concludeerde dat kernenergie nooit ergens winstgevend was en dat ook niet zal worden. Op een levensduur van 40 jaar werd gemiddeld €5 miljard verlies geleden. De tekorten werden door subsidies afgedekt. Kerncentrales zijn niet bedoeld om op commerciële basis elektriciteit te leveren maar om de productie van kernwapens mogelijk te maken. ‘Om die reden was en blijft kernenergie onrendabel om in de energiebehoefte te voorzien’

Frankrijk brengt kernenergie vóór 2035 terug van 75% naar maximaal 50% en stopt ook al het onderzoek.

De kosten voor ontmanteling en sloop.

In 2016 stelde de Europese Commissie in het Nuclear Illustrative Programme, (PINC) dat €45 tot €50 miljard nodig is om de 129 werkende Europese kerncentrales tot 2030 in bedrijf te houden. Dit is bijzonder want Frankrijk schat tot 2030 nog ongeveer 100 miljard te moeten investeren in haar 58 kerncentrales.

In de EU zijn 89 kerncentrales gesloten en zijn er maar drie helemaal afgebroken, waardoor er weinig ervaring is met de ontmanteling. De Europese Commissie berekent dat het ontmantelen van Europese kerncentrales en de opslag van het radioactief afval tot 2050 ruim € 250 miljard kost.

Voor de sloop en berging is nu circa €130 miljard gereserveerd en is het tekort tot 2050 al €120 miljard.  Dat bedrag zal oplopen omdat de meeste landen pas na 2050 gaan investeren in definitieve bergingen.

Daarmee schuiven we het probleem van de definitieve opslag van kernafval door naar de volgende generaties. En we presenteren hen de bijbehorende ongedekte rekening van tientallen tot honderden miljarden euro’s.  

Kernenergie, waterslorper ‘

Energiecentrales staan altijd bij rivieren of aan zee omdat ze enorme hoeveelheden koelwater gebruiken. Een gascentrale verbruikt al gauw 2,5 miljoen liter koelwater per minuut, een kerncentrale 3 keer zoveel. Meerdere energiecentrales langs een grote rivier leidt stroomafwaarts tot oplopende watertemperaturen. Het warme koelwater verhoogt de temperatuur van de watermassa, waardoor het zuurstofgehalte afneemt en mineralen oplossen. Dit leidt tot aantasting van het ecosysteem van de watermassa en schadelijke algengroei.

Tijdens recente droge en warme perioden moesten in Europa en Amerika, door gebrek aan koelwater, kerncentrales tijdelijk worden stilgelegd. De maximale temperatuur van koelwater is 25°C en koelwater mag bij lozing, afhankelijk van het land, niet warmer zijn dan 28 tot 35°C.

Bij energie uit zon en wind is geen koelwater nodig is. Zonne-energie levert juist in droge zomers extra veel elektriciteit op. In Duitsland leverden in juli 2018 PV-panelen met 6,7 terawattuur meer energie op dan ooit en ook meer dan kerncentrales en wind samen. Daarmee kon het wegvallen van de energie uit de kerncentrales, die vanwege koelwater tekorten waren gesloten, simpel worden gecompenseerd en opgevangen.

Waterstress

De Universiteit Leiden wees in ‘Klimaatverandering en de kwetsbaarheid van elektriciteitsopwekking elektriciteitsopwekking voor waterstress in de Europese Unie’ op de forse groei van de kwetsbaarheid van regionale energienetwerken in 2030. Regio’s met een problematische watervoorziening lopen niet alleen risico’s door watertekorten, maar ook door energietekorten op de momenten dat kerncentrales niet meer voldoende kunnen worden gekoeld .

Deze regio’s bevinden zich vooral  in het Middellandse Zeegebied, rondom de Rijn en zelfs in Bulgarije, Polen, Zweden en Zwitserland was er in 2019 al sprake van een tekort aan koelwater. Kerncentrales zijn een slokop van water en passen door hun enorme verbruik van koelwater niet in de plaatjes van de toekomst waarin warme perioden en droogte overheersen en minder water beschikbaar is.

Kortom: kernenergie is niet duurzaam, niet CO2-vrij, duur en een waterslorper.        

De oplossing:

Het enig juiste energiebeleid begint met maatregelen om snel en fors te besparen op grondstoffen én energie. Het winnen, bewerken en transporteren van, vaak beperkt voorradige, grondstoffen zorgen immers ook voor CO2 emissies.  Vanwege het wisselend aanbod van energie uit duurzame bronnen vormt opslag van energie de onmisbare schakel voor een succesvolle energietransitie. Via opslagsystemen kan steeds voldoende duurzame energie beschikbaar zijn. Vervolgens worden alleen die vormen van energiewinning ingezet met de laagste CO2  uitstoot, zoals zon en wind. Bij die opslag moet de keuze vallen op díe systemen waarbij het gebruik van grondstoffen tot een minimum beperkt blijft.

Helaas is de korte termijn leidend

Nederlanders baseren hun bezwaren tegen veranderingen vaak op ‘financiële argumenten’. Aannames en beweringen over kosten van energiebesparing en efficiënte installaties bepalen het ‘voor’ of ‘tegen’. De investeringskosten worden vooral beoordeeld op financiële effecten op de “korte termijn”. De revenuen op langere termijn blijven onbesproken en ook de positieve effecten op gezondheid, wooncomfort, energierekening en klimaat blijven buiten beschouwing. Daardoor wordt de daling van maatschappelijke kosten, voor ziekten en zorg, die zich pas op langere termijn voordoet, ook niet in de afwegingen betrokken. De ‘terugverdientijd’ speelt hierbij vaak de doorslaggevende rol. Frappant is dat bij een nieuwe badkamer, keuken, bankstel of auto niemand de vermaarde ‘terugverdientijd’ meeweegt.  

Meer onafhankelijkheid door “eigen” collectieve systemen

Door achterhaalde informatie blijft men energiebesparende maatregelen te duur vinden en weet men door gedateerde kennis niet dat de prijs van duurzame energie, zónder subsidie of fiscale voordelen, vaak al lager is dan die van fossiele energie. Maar de kostbare verzwaring van energienetwerken dreigt de komende jaren voor grote financiële verrassingen te gaan zorgen. Hoe aantrekkelijk zal het dan zijn om talloze individuele privé installaties te voorkomen door “als collectief” een gezamenlijk opslagsysteem te realiseren. 

Samen met buurtbewoners of ondernemers wordt een ‘’Vereniging van Eigenaren Opslagsysteem” opgericht die ervoor zorgt dat in en voor de eigen woonbuurt, bedrijventerrein of kantoorpark een opslagsysteem, met een minimale milieubelasting, wordt gerealiseerd en beheerd.

Het optimaal opwekken van duurzame energie en de schaalvoordelen van het collectief opslagsysteem garanderen dat men permanent, dag in dag uit, over voldoende duurzame energie kan beschikken. Iedereen wordt dan mede-eigenaar van het systeem, betaalt een vaste bijdrage die is gebaseerd op tijdscyclus, productie en verbruik en is onafhankelijk van de grillen en de prijzen van “netbeheerders”.

Iedereen heeft dan door zijn gedrag de volledige kosten voor zijn energiegebruik volledig in eigen hand!

Meer gezondheid met minder energie

1.      Leefbaarheid (habitat) van mens, dier en plant verschraalt

De oplopende concentratie van vooral COin de lucht (broeikasgassen in de atmosfeer) leidt tot een klimaatverandering als gevolg van een gestage opwarming van de aarde. Dat heeft flinke consequenties voor de leefbaarheid van mens, dier en plant. Grote gebieden worden door te hoge temperaturen, te weinig neerslag, hevige stormen of frequente overstromingen, steeds meer onleefbaar. Wereldwijd verschraalt de biodiversiteit. Het leven van miljoenen mensen zal door een afnemend leefgebied onomkeerbaar veranderen. Zowel op regionale als mondiale schaal ontstaan enorme humanitaire problemen op het gebied voeding, water, gezondheid en bestaansmogelijkheden. Verwacht wordt dat grote stromen van miljoenen vluchtelingen op gang komen. Mensen trekken, als milieuvluchteling – en onschuldig aan de oorzaken van alle ellende – massaal weg uit de gebieden die langzaam maar zeker onleefbaar worden.

2.      Internationale afspraken ter beperking negatieve consequenties broeikasgassen

In de zeventiger jaren van de vorige eeuw werd internationaal onderkend dat de opwarming van de aarde afgeremd diende te worden. Daartoe zijn door 197 landen internationale klimaatafspraken gemaakt om de ongewenste gevolgen van klimaatverandering te voorkomen.

Broeikasgassen (als CO2 en waterdamp) zorgen er voor dat de warmte van de zon op aarde wordt vastgehouden en dat de aarde voor mens, dier en plant leefbaar is. Te veel broeikasgassen houden te veel warmte vast en warmen de aarde te veel op. Met alle nadelige  klimaatgevolgen van dien (zoals stijging zeespiegel, hevige regenbuien, meer hittegolven, grote droogtegebieden).

Broeikasgassenemissie ontstaat vooral door het gebruik van fossiele brandstoffen en grondstoffen, maar ook door gebruik van procesmiddelen in industrie (koolwaterstoffen en lachgas) en landbouw (methaan). Klimaatbeleid is vooral te beïnvloeden door ons energiebeleid. Vraag en aanbod aan energie hebben grote invloed op ons klimaat.

In 1995 is in Parijs een internationaal klimaatakkoord afgesproken waarbij 195 landen emissiereductie doelen moeten stellen, die steeds strikter worden. In het definitieve klimaatakkoord van Parijs is afgesproken om het internationale klimaatbeleid te richten op een beperking van de mondiale temperatuurstijging tot ruim onder de 2oC, met een streven naar maximaal 1,5oC. De mondiale doelstelling is in Parijs zelfs nog aangescherpt met het streven naar maximaal 1,5oC temperatuurstijging.

Een zeer belangrijke oorzaak en bron voor de toename van CO2 is het gebruik van fossiele brandstoffen. Een logische consequentie is dat het gebruik van fossiele brandstoffen flink wordt teruggeschroefd.

3.      Voorraden fossiele brandstoffen zijn eindig

Lange tijd is de relatie tussen de opwarming van de aarde/toenemende concentratie van CO2 in de atmosfeer en het gebruik van fossiele brandstoffen genegeerd/ontkend/gebagatelliseerd. De hele wereld gebruikt voor verwarmen, koelen, transport en producten en productieprocessen fossiele brandstof. Het was gemakkelijk en in verschillende vormen beschikbaar en op diverse manieren toepasbaar.

In het recente verleden is wel duidelijk geworden dat de voorraden van de uiteenlopende fossiele brandstoffen wel degelijk eindig zijn en dat daardoor de beschikbaarheid en betaalbaarheid niet meer is te garanderen. En omdat niet overal ter wereld voorraden van fossiele brandstoffen beschikbaar zijn, wordt er hevig gehandeld in deze producten. De beïnvloeding van levering, prijs en beschikbaarheid worden ingezet als wapen/drukmiddel bij geopolitieke conflicten of kapitalistische ambities.

4.      Oliecrisis 1973 bracht keerpunt

Nederland werd door de oliecrisis in de jaren 70 gedwongen maatregelen te treffen om het gebruik van olie en ook andere energiebronnen, zoals aardgas, direct terug te dringen. Er werd opgeroepen om het gebruik van olie en gas voor het verwarmen van woningen en gebouwen te verminderen.

De kierenjacht vormde in die jaren de basis voor de isolatie maatregelen. Als gevolg van die kierenjacht ontstonden er in de woningen problemen met vocht en schimmel en nam de kwaliteit van de lucht binnen – door onvoldoende frisse lucht – af. Voldoende gereguleerde ventilatie ontbrak. Isoleren kreeg een negatieve klank.

Het duurde nog vele jaren voordat het beperken van fossiele brandstoffen door het isoleren van woningen in de bouwregelgeving werd opgenomen.

5.      Relatie vraag naar fossiele energie en klimaat werd pas laat ‘ontdekt’

In de jaren 70 was er – buiten de wetenschappelijke wereld – weinig bekend over de relatie tussen het gebruik van fossiele brandstoffen en de CO2 uitstoot. Dat verklaart dat in de bouwwereld en de bouwregelgeving van de overheid, de relatie tussen de vraag naar fossiele brandstoffen voor bijvoorbeeld verwarming en gevolgen voor het klimaat nog helemaal niet werd gelegd.

Het duurde tot 1992 toen in het Bouwbesluit – gebaseerd op NEN 1068 uit 1964 (!!!) – voor het eerst rekening werd gehouden met een energieprestatienorm (energetische kwaliteit van gebouwen). Het beperken van warmteverliezen werd vastgelegd met een eis voor de warmteweerstand, de Rc-eis.   Deze eis werd voor bouwdelen gebracht op 2,5 m²K/W  (N.B.: warmtedoorgangscoëfficiënt wordt uitgedrukt in W/m2K).

In december 1995 kwam de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) in het Bouwbesluit en moesten nieuwbouw woningen voldoen aan de EPC-eis van 1,4. Die eis werd in 20 jaar, stapsgewijs verlaagd in 1997 (1,2), 2000 (1,0), 2006 (0,8), 2011 (0,6) en 2015 (0,4).

6.      Meer installaties minder isolatie wreekt zich op termijn

Bij het vaststellen van de EPC werd in de rekenmethode aan goede isolatie minder ‘rekenwaarde’ toegekend dan aan het installeren van allerlei technische installaties. ‘Hoe meer installaties, des te beter’ leek het devies. Er werd geen rekening gehouden met het jaarlijkse verbruik, het onderhoud en zeker niet met de kosten van de op termijn noodzakelijke vervanging. Het gebrek aan goede en voldoende isolatiemaatregelen kon met het installeren van enkele PV panelen simpel rekenkundig worden gecompenseerd. Met als gevolg slecht geïsoleerde huizen vol dure en energievretende installaties.

Wat is een passiefhuis?
Ontwikkeling in beeld bron: Stichting PassiefBouwen

De EPC eis, bedoeld als ondergrens, werd door veel opdrachtgevers en bouwers direct  als maximale verplichting gezien. Door ‘onvolkomenheden in de ontwerpen’ en door ‘slordigheden en fouten tijdens de bouw’, bleken en blijken woningen en andere gebouwen na oplevering nog steeds vaak meer energie te verbruiken dan ‘op papier’ was berekend en waarvoor de vergunning was afgegeven.

Pas na 10 jaar wordt in 2012 dan eindelijk de Rc-eis voor bouwdelen verhoogd van 2,5 naar 3,5 W/m2K. En in 2015 volgt de invoering van de gedifferentieerde thermische isolatie-eis met een Rc voor de vloer van 3,5 W/m2K, voor de wanden een Rc van 4,5 W/m2K en voor het dak een Rc van 6,0 W/m2K. Ondanks de toegenomen kennis en inzichten, de ontwikkeling van allerlei nieuwe producten en materialen, veranderingen in ontwerpen en processen blijft in de nieuwbouw het verbruik van energie voor verwarmen en koelen hoog.

En dat duurt nog even. Want de eisen voor een ‘Bijna Energie Neutraal Gebouw’ (BENG) worden pas per januari 2021 van kracht en pas vanaf dat moment moeten alle nieuwbouwwoningen voldoen aan die BENG eisen. Maar helaas is in het verleden gebleken dat nieuwe, verdergaande eisen geen garantie vormen voor een dalend energieverbruik. Ook een strikte toepassing van de BENG eisen leidt niet automatisch tot woningbouw waarin het energieverbruik voor verwarmen en koelen nadert naar nul.

7.      Inhaalslag voor energiezuinige woningen met gezond binnenklimaat

In het verleden is de bouwsector er, in samenwerking met de installatiebranche, steeds in geslaagd om de invoering van strengere eisen, die zouden moeten leiden tot een lager energieverbruik in woningen, te traineren. En zolang het winnen van aardgas zonder problemen verliep en het een aardige bron van inkomsten voor de staat vormde, vond men in Den Haag een willig oor voor de ‘overwegingen’ en werd gewoon toegegeven.

Het is wrang dat beleggers, corporaties en woningeigenaren alsnog flink aan de bak moeten om de gevolgen van deze schijnwinst te herstellen. Zeker als je bedenkt dat er – met name in Duitsland – al eind jaren 90 zogenoemde passiefhuizen verschenen.

8.      PassiefHuis biedt energiezuinigheid, comfort én gezond binnenklimaat

PassiefHuizen zijn energiezuinige woningen met een comfortabel en gezond binnenklimaat. Dit wordt bereikt door de isolatie van vloer gevel en dak te versterken.
(warmteweerstand Rc-vloer ≥ 6,5, Rc-gevel = 8 en RC-dak = 10 W/m2K).

Door deze versterkte isolatie is het energieverbruik voor verwarming 10 keer lager dan de bestaande woningvoorraad en 4 tot 5 keer lager dan onze huidige nieuwbouw woningen. Het totale energieverbruik voor verwarmen en koelen is maximaal 15 kWh/m2 ofwel 1,5 m3 aardgas per m2 vloeroppervlak. Een haarföhn is dan voldoende om een passiefhuis van 100 m2 vloeroppervlakte te verwarmen. De totale primaire energiebehoefte voor alle apparaten in huis van keukengerei, ventilatie, verlichting inclusief warmwater, verwarmen, koelen samen is 120 kWh/m2.

Bestaande woonvoorraad

Met de bestaande materialen en bouwsystemen is dit concept ook geschikt en haalbaar voor de aanpak van de bestaande woningvoorraad. Het leidt tot vermindering van de vraag naar energie voor verwarmen en koelen met maar liefst 90%.

Nieuwbouw

Bij het bouwen volgens de passiefhuis eisen wordt in ieder geval probleemloos voldaan aan de verplichte BENG eisen voor nieuwbouw die vanaf januari 2021 van kracht zijn.

Renovatie

Het vooraf bedenken wat er gedaan moet worden om verbruik van energie blijvend te minimaliseren, onder het motto  ‘voorkomen is beter dan genezen’, geheel in de lijn van de Trias Energetica is natuurlijk ook bij renovaties van de bestaande woningvoorraad mogelijk. Bestaande woningen renoveren tot een ‘passiefhuis standaard’ kan (en zal vermoedelijk ook) een hogere investering vergen dan de traditionele renovatie.

Betaalbaarheid via MKBA

Betrek bij het beoordelen van de omvang van de investeringen de ‘Total Costs of Ownership’ (TCO) en de opbrengsten van het verlengen van de levensduur en het beperken van het gebruik van energie en water in de afwegingen. Bereken ook de effecten van het ombouwen van bestaande woningen tot woningen met een echt gezond binnenklimaat. Betrek in die berekeningen niet alleen de afgeleide voordelen en besparingen op het gebied van milieu, klimaat (mitigatie én adaptatie) en het behoud van sociale cohesie, maar vooral ook de minder wordende kosten van (gezondheids-)zorg en welzijn.

Zo’n ‘Maatschappelijke Kosten Baten Analyse’ (MKBA) kan voor de (rijks-) overheid een goede reden vormen om het ‘passiefhuis’ en het renoveren en ‘isoleren naar passiefhuisniveau’ actief te promoten en mogelijk te maken. Dat kan bijvoorbeeld met fiscale maatregelen en garantstellingen voor de betaalbaarheid van de werkzaamheden voor de eigenaar/bewoners en marktpartijen.

9.      Nabeschouwing

Uitgangspunt in de discussies dient niet langer te zijn: ‘we moeten van het gas af, dus hoe gaan we nu verwarmen en koelen’.

Centraal staat de vraag ‘welke maatregelen moeten we treffen om het gebruik van energie fundamenteel en structureel te minimaliseren en voor alle woningen een gezond binnenklimaat te garanderen’. 

Als de maatschappelijke, technische en financiële impact (bij iedereen) bekend is, weten we ook welke wet- en regelgeving er moet komen voor een haalbare implementatie van die maatregelen. Gegarandeerd dat de vraag naar energie daardoor zo afneemt dat een aansluiting op een gasnet (met Russisch gas of waterstofgas) of een warmtenet helemaal niet meer realistisch is. Dan gaan we allemaal graag en met een gerust hart “van het gas af”.

Niet de belangen van de leveranciers van apparatuur en/of netwerken en/of software moeten leidend zijn, maar de belangen van de bewoners van Nederland. En die zijn, direct en indirect, het meest gebaat bij gezonde, comfortabele woningen en lage woonlasten.